153 kuilen geborgen worden. Nadat alles opgeruimd was, moest de verhakking en hetgeen daartoe behoorde ia brand worden gestoken. Daarna behoorde dat detachement het strandbivouac te verlaten en naar de koewala Tamboewa te marcheeren. De Bevelhebber volgde met den Staf de colonne van den Majoor Yan Dompseler. Het uur van afmarsch voor deze colonne werd bepaald op 4 uur des morgens. De Luitenant-Ivolonel Docters van Leeuwen moest in verband daarmede met zijne colonne om 5 uur uit Roemah Sentot af- marcheeren. Men hoopte zoodoende de beide colonnes nagenoeg ge lijktijdig tegen de kampong Tamboewa te kunnen aanvoeren. Yivres werden door de ageerende colonnes niet medegenomen. De Inten dance ontving last, zorg te dragen, dat in Roemah Sentot voor die troepenmacht werd gekookten op een bepaald uur zou het bereide eten naar de colonnes belmoren te worden opgevoerd. Op het bepaalde uur verliet de colonne-Yan Dompseler, door helde ren maneschijn begimstigd, langs den opengekapten weg het strand bivouac. De Kapitein van den Generalen Staf A. J. Prins was den colonnecommandant als chef van den staf toegevoegd, waarbij ook de Majoor Palmer van het Britsch-Indische leger werd ingedeeld. De marschindeeling der colonne was als volgt1 compagnie voorhoede, f compagnie achterhoede, de rest hoofdtroep. De Artillerie volgde de voorhoedede ambu'ance en dwangarbeiders, enz. werden bij den hoofdtroep ingedeeld. Aan de voorhoede werd de last gegeven, zoo spoedig mogelijk het bosch door en de daarachter gelegen vlakte over te marcheeren, de ten zuiden van Pengilit hilir gelegen vlakte te bereiken en daar den hoofdtroep te wachten. De opmarsch ging aanvankelijk zonder de minste bezwaren. Yan den vijand werd niets bespeurd. Men mag aannemen, dat deze bewegingen onzer troepen macht in den vroegen morgen door hem in 't geheel niet werden verwacht. Sedert de laatste tien dagen was toch als vaste gewoonte aangenomen, zou men bijna kunnen zeggen, op bepaalde uren in den vóór- en namiddag uit het strandbivouac verkenningsdetachementen naar het zuidelijk gedeelte van het bosch te zenden, en de vijand Marschvorm en afstanden tusschen de drie hoofddeelen der colonne zijn mij niet bekend.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 164