154 had zich van zijne zijde naar die gewoonte geregeld. Vóór zons opgang was hij dus op dezen dag niet waakzaam geweest. Voor de ngeerende troepenmacht had dit verzuim het groote voordeel, dat de colonne-Van Dompseler zonder eenig bezwaar de groote vlakte ten zuiden van Pengilit toenoeng kon bereiken. Op deze vlakte werd door die colonne het carré geformeerd, met de beide stukken geschut op de flanken der vóórflank van het carré de Staf en de Trein, enz. werden binnen het carré geplaatst. In deze formatie marcheerde de colonne nog eenigen tijd ongestoord door in zuidwestelijke richting. Het terrein bood geene moeilijkheden aan. Op de eenigszins hooggelegen, droge, met kort gras begroeide vlakte trof men hier en daar eene kleine terreingolving aan; terwijl de vlakte schaars begroeid was met zeer laag kreupelhout, dat in boschjes bijeenstond. Naar het zuiden liep het terrein glooiend af en 8 a 900 passen verder had men een klein ravijn. Had de vijand er al niet op gerekend, onze troepenmacht zóó vroeg op den een of anderen dag het binnenland te zien in rukken het bleek toch al spoedigdat onze eenige dagen te voren langs de hoogvlakte gedane verkenningen hem de overtuiging hadden gegeven, dat hij zich aan die zijde niet veilig kon achten. Eerst toen het licht was geworden, werd de colonne-Van Dompseler, nu en danvan achter het struikgewas door enkele geweerschoten ver ontrust. Verder op haren weg werd het noodigde colonne nu en dan halt te doen houden en eene halve of geheele compagnie af te zonderen, om den vijand hier en daar te verjagen; maar voordat deze afdeelingeu hem in zijne schuilhoeken hadden bereikt, was hij reeds verdwenen. Bij onderzoek bleek, dat de Atjehers hier en daar in de vlakte op geschikte punten tirailleurputten of kleine loopgraven hadden gemaaktwaaruit enkele schutters hun vuur gaven. Bij sommige dezer veld werkjes werden kleine afdaken aangetroffen, nog voorzien yan levensmiddelen en legmatjesdie weggeworpen of ver nield werden. Verder doormarcheerendemoest de colonne nood zakelijk in rug en linkerflank door eene compagnie worden gedekt. Ook uit het zuidwestwaarts gelegen ravijn viel nu en dan een schot. Een en ander liet geen twijfel over, dat de vijand thans onze plan- Uur van aankomst mij onbekend.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 165