155 nen begon te doorgronden of reeds daarop voorbereid was. Duide lijker bleek dit, toen de colonne-Van Dompseler de grens der bo vengenoemde hoogvlakte had bereiktvan waar het westelijk ge degen terrein geheel kon worden overzien. Het was toen ODgeveer 6 uur in den morgen. De colonne-Docters van Leeuwennog gedekt opgesteld in den kampongrand nabij bovengenoemd heilig graf, had de verschijning der andere colonne afgewacht, om insgelijks op de vlakte te de- boucheeren en daar de gevechtsstelling aan te nemen. Nauwelijks had de vijand dit bemerkt, of hij opende zijn vuur uit den noorde_ lijken rand van de kampong Tamboewa. De Kolonel Van der Heijden achtte het noodig, dat niet getalmd werd met den aanval; en terecht, want het door onze troepen ongedekt geleverde vuur gevecht tegen een gedekten vijand kon niet anders dan nadeelig zijn. Aan den Luitenant-Kolonel Docters van Leeuwen werd daar om per bereden ordonnance de schriftelijke last gegeven, de kam pong Tamboewa onmiddellijk in front aan te vallen; terwijl den Majoor Van Dompseler de opdracht werd gegeven, met zijne co lonne van marschrichting te veranderen en door eene omtrekken de beweging de kampong Tamboewa van de zuidzijde binnen te dringen. Onmiddellijk na het ontvangen bevel liet de Luitenant-Kolonel Docters van Leeuwen zijne colonne met versnelden pas voorwaarts rukken en daarna zijue Infanterie met den stormpas den kampongrand at taqueeren. Hij had het gelukzich binnen korten tijd meester te maken van een drietal kleine bentingsdie omgetrokken werden. De vijand, die zijne stelling in groote wanorde verliet, kon zich in het tamelijk dicht begroeide terrein niet spoedig genoeg uit de voeten maken. Gedeeltelijk omsingeld, liet hij op de plaats 25 dooden achter. Van onze zijde had men slechts een paar lichtgewonden. De colon ne-Van Dompseler kwam niet eens in gevecht. Zij marcheerde spoedig na de andere colonne de kampong binnenwaar beide co lonnes daarna positie namen. Alvorens de operatie voort te zettengelastte de Bevelhebber het in den omtrek, voornamelijk in noordelijke en zuidelijke richting, gelegen terrein te verkennen; maar deze tot de sawahvlakte in 't

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 166