15g zuiden en den rand van de kampong Tamboewa in 't hoorden uitgestrekte verkenningen leverden geen ander resultaat op dan de wetenschapdat men, alvorens de naar de balei leidende vlakte te bereiken, nog eene kampongreeks of strook zoude moeten doortrek ken, die door eene eenigszins natte sawak van de thans door onze ageerende troepen ingenomen positie was gescheiden. De verkenningen zei ven liepen bijna zonder ontmoeting met den vijand af; slechts die in het noordenonder de leiding van den len Luitenant Van In°~en werd uit het noordwesten beschoten, toen zij zich buiten den kam- pongrand bewoog. Het in die richting verkende terrein was met licht struikgewas begroeid en hier en daarevenals het voorwaarts gelegen terrein, eenigszins drassig. De Luitenant Van Ingen bracht zijn rapport over met de mededeeling, dat hij uit eene noordweste lijk gelegen benting was beschoten. Zoowel de Bevelhebber als de onmiddellijke chef van genoemd officierLuitenant-Kolonel Docters van Leeuwen, verwezen dien officier met zijn rapport naar den Chef van den Staf. Na een plaatselijk onderzoek achtte deze hoofdofficier het niet noodig, op die enkele vijandelijke schoten acht te slaan niet uit eene bentingmaar uit eene in noordwestelijke richting waar te nemen en achter eene verhakking van bamboetakken gelegen stelling waren die schoten bovendien gelost; en al lag daar zelfs eene benting, dan zou deze door de westelijke marschrichting der ageerende troe penmacht toch van zelve worden omgetrokken. Vermoedelijk waren die geweerschoten gelost uit de tot de positie van Temoelit behoo- rende nevenwerken, daar waar deze aan de Tamboewa aansloten. Het vuur der oorlogsschepen, dat men reeds vroeg in den morgen had waargenomenwas hoofdzakelijk gericht tegen de kampongs Roem en Tangsoer en hield tegen 7 uur op, ongeveer denzelfden tijd, dat de beide colonnes meester waren van de kampong Tam boewa. Nadat bovenbedoelde verkenningen waren afgeloopen, de orde en het verband bij de colonnes eenigszins hersteld waren en de troep wat rust had genoten, gelastte de Bevelhebber de beweging te <-J 07 Later is wel eens beweerd, dat die schoten uit Kota-temoelit zelve gelost zou den zijn; docli deze veronderstelling komt, met het oog op het terrein, minder waarschijnlijk voor.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 167