158 als 't ware ineen. Soetan Maharadja en zijn volgeling waren deze colonne als gids toegevoegd. Bij de colonne-Docters van Leeuwen fungeerde als zoodanig de Amerikaan Sliepliard (1). Xadat het hoofd der eolonne-Yan Dompseler den westelijken kampongrand had verlaten, begon het terrein tamelijk open en eenigs- zins drassig te worden. Het laatste nam toe bij het verder voor waarts rukken, hetgeen eindelijk, vooral voor het geschut, zeer be zwarend werd. Men was reeds bezig, de schietgestellen der Berg- artillerie uit elkander te nemen, toen van wege den gids de mede- deeling gewerd, dat een weinig meer noordelijker een goed pad bestond, dat de colonne zonder moeite naar de balei zoude brengen. De Bevelhebber der expeditionaire troepenmacht, die aan't hoofd der colonne met zijn staf zich bevond, gaf alsnu, op voorstel van den Chef van den Staf, last, de colonne rechtsomkeert te laten maken. Hoewel deze beweging nogal met eenige moeilijkheden gepaard ging, daar de Artillerie aan 't hoofd komen en de Trein insgelijks van plaats verwisselen moest, liep zij toch in de beste orde af. De In fanterie behield hare plaats in de colonne; voor- en achterhoede ver anderden alleen van naamde Infanterie en de dwangarbeiders gingen van het voetpad af, trokken wat naar het bosch terug en lieten de Artillerie voorbijgaan, totdat zij op hare plaats was; toen volgde de Infanterie, voorbij den Trein marcheerende en daarna deze op den hoofdtroep. De Kolonel Van der Heijden, die te paard was, begaf zich met de gidsen naar het hoofd der colonne. Zijn adjudant, de Luitenant Sol, werd den Majoor Van Dompseler nog als stafofficier toegevoegddie Luitenant had namelijk het bovenbedoelde rapport van den gids overgebracht of medegedeeld en werd nu belast, dezen verder over den te volgen weg te raadplegen. De Chef van den Staf bleef bij het wijzigen der marschrichting eenigen tijd achter, om de orde en het verband in de marcheerende colonne te handhaven. Het nieuwe hoofd der colonne marcheerde nu een gedeelte op den reeds afgelegden weg terug, trok de kampong halverwege door tot nagenoeg bij het punt X op de hierbij behoorende (I) Zie omtrent dezen Shephard het laatste hoofdstuk van Generaal H. F. Meijer's werk: „Atjeh van 26 December 1875 tot 4 September 1876. De offensieve handeling-en der guerilla."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 169