5 Hieromtrent merken wij op, dat „gemeente Batavia" beter zal klinken dan „kampong of plaats" en dat bij eene aanwijzing wat tot een veestapel behoort de schapen niet achterwege mogen worden gelaten. De vraag hoeveel „kerktorens" er in geheel Indië waar te nemen zijn, bewijst dat dit woord, voorkomende in lett. c van 16, niet in den smaak van den beoordeelaar valt. In het origineele concept was dit woord ook doorgeslagendoch dit schijnt bij het overschrijven over het hoofd te zijn gezien. Daar entegen is in dezelfde alinea het woord „torens" behouden, omdat wij in Indië lichttorens hebbendie bij kustbewaking van belang te achten zijn voor seincorrespondentie. 17. De in deze gebruikte benaming „landbewoners" voor be woners van het landvan de streek, waar men 'zich bevindtacht de beoordeelaar niet voldoende „Indisch" en zou daarvoor in de plaats willen stellen „Inlanders." Dat woord zou echter minder goed wezen, 1° omdat een Chineescho landbewoner evengoed de gewenschte inlichtingen kan gevenen 2e omdat een huisbediende (Inlander) van Bataviain de bosschen van Bandjermasin zijnde, hoogstwaarschijnlijk niet weet op te geven boven welke terreinvoorwerpen de zon op- en ondergaat. De eerste is geen inlanderde tweede is een inlanderdie de gevraagde in lichtingen niet kan geven. Beter is het dus, ons tot het Nederlandsche woord te bepalen. §18. De aanbeveling om „de voornaamste terreinvoorwerpen, „die men voorbijkomt, aan te teekenen met aanduiding van eenige „bijzonderheden", wordt gezegd aan zuiverheid van taal tewenschen over te laten. Mogelijk zal een voorbeeld de juiste opvatting ten gevolge hebben. Een officier, op marsch zijnde, trekt op 2000 M. van een rivierover gang langs een grafheuvel, waarop een waringinboom staat. Om zich door middel hiervan later te kunnen oriënteeren, teekent hij in zijn zakboek aan: „op 2000 M. van de brug bij A. (of van de brug „over de B. rivier) op 200 M. oostwaarts van den weg een grafheuvel met waringinboom." (Aan het hoofd van deze aanteekeningen wordt bekend gesteld op welk traject ze betrekking hebben.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 16