- 162
vond zich de dekking Infanterie; ook de voortroep had zich daarbij
gevoegd
b. 1 compagnie InfanterieAfrikanengecommandeerd door den
Kapitein Vau de Pol, nabij de oosterface van Temoelit, aan den
noordoostelijken saillant eeiie opening door de bamboe-doeri maken
de, waardoor de manschappen bezig waren te kruipen, 0111 zich tus-
schen de bamboe-doeri en de borstwering te nestelen.
De overige troepen waren bezig, op te marcheeren, behalve de
miueurs en sapeurs, de trein en de ambulance, die waren ach
tergebleven in de kampong, gelegen ten zuidoosten van de overge
trokken loopbrug.
Uit de hierbijgevoegde schetsen der stelling van Temoelit blijkt,
dat de opmarseh onzer troepen onder zeer ongunstige omstandighe
den moest plaats hebben. Het deboucheeren op de vlakte ging zeer
langzaamslechts met man voor man kon men den kampongrand
langs het smalle voetpad verlatenin het beekje stond het water
tot over de knieënhet dek der loopbrug bestond uit twee naast
elkander liggende bamboezen staken en was dus niet voor een vlug
gen overgang geschikt.
Meer dan waarschijnlijk heeft de vijand met vuren gewacht, tot
dat een gedeelte onzer troepenmacht voorwacht en sectie Artil
lerie over het beekje en 100 M. in noordelijke richting gea
vanceerd wasen dit gedeelte toen plotseling in front en linkerflank
met een hevig geweervuur overstelpt. Een gedeelte der volgende
troepen bovengenoemde compagnie van den Kapitein Yan de Pol
was intusschen op de vlakte gedeboucheerd en kon spoedig aanval
lend te werk gaan.
Nadat de Chef van den Staf de vijandelijke positie had verkend,
bleek de noodzakelijkheid, om in de eerste plaats het vijandelijk
vuur uit de ten zuiden van Temoelit gelegen boschjes tot zwijgen
te brengen, daar dit vuur den opmarseh onzer troepen zeer belem
merde. Daarom werd aan de Artillerie en de daarbij geplaatste
Infanterie gelasthaar vuur voornamelijk op dat punt te richten.
Nabij de vijandelijke hoofdversterkiug gekomenbleek den Chef
van den Staf de onmogelijkheiddeze te doen bestormen. De dichte
bamboe-doeri-omheining belette, den wal te zien; slechts hier en daar