6
Dit terreinvoorwerp is dus aangeteekend met aanduiding van eene
bijzonderheid.
24. Dat op het Model voor een rapportkaart gedrukt is
vBrigade", kon niet onopgemerkt worden gelaten. Als hoofdgrief
daartegen wordt aangeteekend, dat de brigade-indeeling der Atjeh-
expeditie daartoe aanleiding zou hebben gegeven.
Eensdeels is dit zóó; doch daarbij is ook niet over het hoofd
geziendat bij eventueelen oorlog tegen een buitenlandschen vijand
de legermacht op Java wel in eenige brigades zal worden gesplitst,
om West-, Midden- en Oost-Java te verdedigen.
26. De aanmerking op dit artikel behelst alleen de aanteekening
van eene verwijzing naar 389 instede van naar 289dus eene
aanvulling van de errata, en voorts eene aanbeveling van de zooge
naamde kopieerboekjes.
Die boekjes zijn goed voor kleine berichten, doch onvoldoende
voor veldwacht- of andere rapporten van eenigen omvang.
De gebruiksaanwijzing laat ook te wenschen over, daar het
niet onverschillig is, hoe het geolied blaadje onder het bovenste
blad wit papier wordt gelegdom op het volgende blad een behoor
lijken afdruk te krijgenterwijl eene lezing van die gebruiksaanwijzing
op de wijze als door den beoordeelaar de 2e alinea van 9 is opge
vat, tot eene verrassende uitkomst zal leiden.
11' Hoofdstuk. Marschen.
30. "Voor de in deze opgenomen bepaling wordt eene wijzi
ging noodzakelijk geacht en wel in dien zin, dat de commandant
eener colonne iederen meerdere in rang, welken hij ontmoet, den
militairen groet geeft en hem tevens rapport doet omtrent het doel
van den marsch.
Het motief daarvoor is, dat die handelwijze als meer „militairement
en beleefder" wordt beschouwd, en ook omdat het in Duitschland
zóó is.
Omtrent het eerste motief moeten wij opmerken, dat de voorschrif
ten den velddienst betreffende niet de strekking moeten hebben, om
den militairen geest bij den troCfp op te wekken, omdat men moet aan
nemen dat deze reeds voldoende is ontwikkeld als de militairen tot