179 verschaffen. .Maar toen en later heb ik U toch ook steeds gewezen en moeten wijzen op de groote en vele moeilijkhedendie Gevooral met den tegenwoordigen tijdgeest, zoudt hebben te overwinnen, al vorens Uw loffelijk streven met gewenschten uitslag bekroond te zien. Tevens drukte ik de vrees uit, dat ook hier de stem der wangunst zich wel eens zou doen hooien en belemmerend werken. Dat die bezwaren zich helaas! in te ruime mate hebben voorge daan, zult Gij, mijne Heerenzoowel als Uwe medewerkers waar onder een mijner vrienden, officier onzer vloot thans het best kunnen getuigen. Wat mij betreft, wil ik U niet ontveinzen, dat het mij zelfs dik wijls griefde, te ontwaren en van anderen te hooren, hoe Uwe pogin gen die toch eene goede en grootsche gedachte ten grondslag hadden vooral in den aanvang al zeer weinig medewerking of ondersteuning ondervonden, zelfs daar waar men dit geheel anders had mogen verwachten. Over het algemeen was toen in het klein eene trouwe weerspiege ling waar te nemen van hetgeen onze geheele maatschappij tegen woordig maar al te dikwijls te aanschouwen geeft. Bij het vragen van inlichtingen of gegevens werd nu eens lauwheid of groote onver schilligheid ondervondeneen ander maal stuitte men af op de bedekte vrees, dat deze of gene door den schilder te veel, een ander wellicht te weinig op den voorgrond zou worden geplaatst. Elders weder werd het hoofddoel geheel voorbijgezien, aan onbeduidende nevenzaken soms groot gewicht gehecht, of allerlei ongerijmde en gezochte bezwaren geopperd. In dezen hunnen ijver gingen sommigen zelfs zoover, dat zij den raad meenden te moeten geven, geheel af te zien van het plan, omdat het de werkelijkheid toch niet juist kon weergeven en dan slechts scherpe critiek uitlokken zou. Alsof de eenigszins nadenkende beschouwer zóó naïef zou zijn om te gelooven; dat zulks niet het geval ware bij alle andere historische schilderijen alsof hij niet zou weten, dat juist bij de meeste kunstdoeken van dat genre (veldslagen) de phautasie van den schilder, vooral in de opstelling der troepen, eene groote rol vervult en vervullen moet; dat dit zelfs bij de voorstelling van andere historische gebeurtenissen geschiedt, hetzij om den kunstzin des schilders of dien van het groote

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 190