181 ook er maar geheel van afzien, om aan eene andere Indisch-histo- rische schilderij het aanzijn te schenken. Ofschoon ik dat bewijs niet behoefde, bleek uit die beslissing toch duidelijk, dat, zooals sommigen, onbekend met Uwe personen, wellicht hadden kunnen vermoeden, aan Uw plan geene geldelijke speculatie ten grondslag lag, iets wat mij trouwens later uit geheel vertrouw bare gegevens ten overvloede nog werd bevestigd. Dat er echter ook andere redenen bestaan, waarom de uitvoering van Uw voornemen, althans naar mijne opvattingen, alleszins toe juiching verdiende, wensch ik thans te ontvouwen. In elk land van Europa, waar de schilderkunst beoefend en geëerd wordt, kan men, de musea bezoekende, ook zeker zijn daar een keur van kostbare doeken te vinden, meestal door bekwame schilders ver vaardigd en waarin roemrijke wapeufeiten der voorvaderen en van lateren tijd zijn afgemaald. Die daden, zóó in schitterende kleuren naar de regelen van kunst en smaak aanschouwelijk voorgesteld, spreken niet alleen tot het ge moed, maar hebben voor tijdgenoot en nakomeling een groote waarde. Zij schenken dikwerf de gelegenheid, een juisten blik te slaan in toestanden van vroegere eeuwen, dwingen den vreemden bezoeker eerbied en bewondering af voor het volk, dat die daden verrichtte, populariseeren ze in het eigen land, onderheuden daar zeker dank- baarheidsgevoel voor groote voorzaten of verdienstelijke tijdgenooten en werken somtijds gunstig als aanmoediging, om goede voorbeelden na te volgen. Eu nu moet het hier wel expresselijk worden herinnerd, dat het genie of de kunstzin van zoovele schilders van vroeger en van later dagen zich niet alleen de slagvelden of gebeurtenissen in Europa tot onderwerp voor hun doeken heeft gekozen. Immers in Frankrijk en in Engeland, in Italië en in Spanje en vermoedelijk in meer lan den, die ook in andere werelddeelen hunne strijdbanier roemrijk deden wapperen, zijn de in Azië, Afrika en Amerika plaats gevonden groote gebeurtenissen door schoone schilderijen onttrokken aan de vergetelheid. Om die overtuiging te erlangen, behoeven wij onze ge dachten zelfs niet zoover te verplaatsen, maar kunnen ons bepalen ïjc

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 192