183 En wie onzer heeft het bij zulke bezoeken niet opgemerkt, hoe) zoowel te Versailles, in de Louvre en in den Luxembourg, juist die „Galeries des Batailles" de meeste toeschouwers trekken, dat zij edele gewaarwordingen of geestdrift weten op te wekken, zoowel bij vrouwen, bij kinderen als bij mannen? Zoo vindt ge zelfs in het kleine naburige België prachtige, reus achtige schilderijen, voorstellende tafereelen uit den jongsten revolu- tiestrijd, uit den tiendaagschen veldtocht. Bij ons zijn die gebeurtenissen geheel anders weergegeven en dat vinden wij Nederlanders zeer verklaarbaar. Immers weten wij zeer goed, dat al onze historieschilderijen evenmin den toets van een kalm, nauwgezet en onpartijdig onderzoek geheel zouden kunnen doorstaan. Maar dat bewustzijn kan bij den weidenkenden vaderlander toch niets afdoen, om zijn rechtmatige bewondering voor de groote daden van voor zaten of tijdgenooten te verminderen. En al wet en wij ook met zeker heid, dat om hier maar weder iets te noemen het dek der kanon neerboot van Van Speyk, op het oogenblik dat hij de heldendaad verrichtte (5 Febr. 1831), er geheel anders zal hebben uitgezien dan ons door het penseel van den schilder wordt voorgesteld, al weten wij, dat niet alle op die schilderij voorkomende beelden goed- gelijkende portretten zijn; niettemin zijn wij dankbaar, het doek te bezitten, dat ons een luistervolle episode uit de geschiedenis van onze dagen zóó heeft weergegeven. Groot en schril zijn dikwerf de contrasten, niet alleen in ons dagelijksch leven, maar ook in het leven der volken. Juist die laatste schilderij herinnert ons daaraan, en tevens hoe onrechtvaardig zelfs de geschiedenis bij ons kan zijn. Ook hier willen wij maar een enkelen greep doen, om dat aan te toonen. Die geschiedenis verhaalt ons, onder zooveel meer, hoe groot de geestdrift was, door Van Speyk's heldenmoed bij alle Nederlanders teweeggebracht. Om de nagedachtenis van den jeugdigen held te blijven eeren, bepaalde koning Willem I, dat steeds een der oorlogs vaartuigen dien naam zou blijven voeren, terwijl ook de sedert gebouwde vuurtoren te Egmond-aan-zee naar hem werd genoemd. Bovendien

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 194