niet geschied. Nu mag men al tevreden zijn, dat de naam vari dien onverschrokken en beleidvollen aanvoerder en van eenigen zijner lot- genooten nog bewaard is gebleven bij enkele nog in leven zijnde tijdgenooten, en naar wij willen vertrouwen, nog bij vele officieren onzer vloot, van Neerlands beide legers (1). Maar daar buiten? Wie gedeukt thans nog die bravendie onder de brandende keer- kringszon zóó roemvol voor Neerlands gezag en grootheid hebben gestreden Wie kent zelfs hunne namen Wie kent de namen van Schelling, Mariën en Sosmito? Wie weet dat zij zeker niet minder deden dan Yan Speyk? Anderen mogen die vragen willen beantwoorden, hier zal ik be sluiten met deze vraagHad ik ongelijk met te zeggen, dat groot en schril de contrasten zijn; dat onze eigen geschiedenis dikwerf bitter onrecht pleegt? Wanneer ik zoo aan 't vergelijken ben, worden altijd oude her inneringen bij mij wakker, en ofschoon dit in veler oog een mijner vele zwakheden is, moet ik toch bekennen, dat steeds en overal die oude herinneringen hunnen machtigen invloed op mij doen gevoelen. Zoo is t ook nu, en moeilijk kan ik dan ook de inspraak van mijn Het treurigste was dat Krieger voorspeld had, dat zóó de gevolgen moesten zijn o. a. van de wijze, waarop de Padangsche Bovenlanden waren bestuurd. Maar ook toen bleef men doof voor waarschuwingen, evenals in de laatste jaren voor Atjeh. Gelijke oorzaken, gelijke gevolgen! Ook toen is er veel kostbaar bloed geheel nut teloos en roekeloos gestort (1) Ontmoedigend is het te vermelden, dat Vermeulen Krieger evenals zoovele andere verdienstelijke mannen, die herhaaldelijk hun leven voor 's lands dienst had den veil gehad, den beker der miskenning heeft moeten ledigen. Geen lichaams zwakte of leeftijd, maar bittere grieven en teleurstelling dreven ook hem ontijdig uit de gelederen. Maar beter dan anderen en dank zijn gezond lichaam en zijne opge ruimde inborst, wist hij zich daarboven te verheffen en gunde zijnen tegen standers „den triumf niet", dat zij hem ten slotte zedelijk hadden vermoord. Krieger mocht een hoogen ouderdom bereiken en stierf den 27sten September 1S65 te Etten. Den llden Maart 1864, toen hij zijn 82en geboortedag herdacht, bracht de commandeerende kolonel der Bredasche veste, met zijne officieren en zijn regiment, den ouden held eene eenvoudige doch waardige krijgsmanshulde, de laatste, die hij ontvangen zou. Het doet goed, ook zulke feiten nog in herinnering te kunnen brengen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 199