189 hart weerstaan, om U in gedachten nog naar een ander deel van dat zelfde Sumatra (Atjeh) te verplaatsen, en eene episode uit onze krijgs geschiedenis van later dagen onder uwe aandacht te brengen. Daar uit, en ook uit hetgeen er mede in nauw verband staat, zult Gij dan kunnen ontwaren, hoe die groote en schrille contrasten nog maar steeds blijven voortduren; hoe grievend het onrecht is, dat men het X I. Leger ook in ander opzicht steeds blijft aandoenhoe tot dus ver nog geen der machtigen dezer aarde zich daarom heeft bekom merd; hoe b. v. nog geen hunner den strijd heeft ondernomen om een begaan onrecht te doen herstellen en voor een der verdienstelijkste oud-ofhcieren van het N. I. Leger slechts eene eerlijke toepassing en handhaving van de Wet (1) te vragen, zoo niet te eischen. Het feit, door mij bedoeld, vereischt echter meerdere regelen. Om nu den geregelden gedachtenloop hier niet te veel te verbreken geef ik er de voorkeur aan, die herinnering en die beschouwing aan het slot op te nemen, dan wel later afzonderlijk onder de aandacht te brengen van hen, die er nog belang in mochten stellen. Wanneer deze en dergelijke beelden uit de Indische krijgsgeschiedenis opdoemen voor onzen geest, en men onder dien indruk de vele schilderij verzamelingen in ons vaderland bezoekt, dan maakt onwille keurig eene eigenaardige, weemoedige stemming zich van ons meester Te verwonderen is dat niet. Immers bij al de rijkdommen, die ze bevatten, een rijkdom zóó groot, dat ze ons zelfs door de grootste landen worden benijd, zijn ze in een enkel opzicht toch zeer armzóó arm zelfsdat men dikwijls een pijnlijken glimlach of een gevoel van medelijden niet kan onderdrukken. Vergeefs toch zal men er zoeken wat men recht had juist daar ie verwachten. Vergeefs zal men er zoeken naar schilderstukken, waarop de heer lijk schoone natuur der tropen, de grootsche natuurtooneelen, die ons Aziatische rijk in zoo ongeleenden rijkdom en verscheidenheid bezit, door een bekwaam penseel zijn weergegeven (2). (1) De wet van 30 April 1815, No. 5, houdende instelling van de Militaire Willens- orde. (2) De Koloniale Tentoonstelling heeft alles te zamen gebracht wat Koloniën en 13

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 200