190 Vergeefs vooral zal men er zoeken naar schilderijen groot of klein die eene voorstelling geven van de roemrijke wapenfeiten, door onze koene voorvaderen en in deze eeuw door het Ned. Ind. Leger in datzelfde eilandenrijk verricht; van het groote, daar door hen tot stand gebracht. Het eenige wat hier, in Nederland, in dien geest bestaat isvoor zoover wij weten le. De schilderij van Djagaraga (Bali, 16 April 1849), destijds vervaardigd door den Franschen decoratieschilder Hardouin. Bij de beoordeeling van dit stuk moet men minder letten op de kunstwaar de maar de goede bedoeling herdenken van de vroegere officieren van het Ned. Ind Leger (1855). Door hen werd het in Indië aangekocht en ten geschenke gegeven aan de Koninklijke Militaire Academie te Bredaals eene dankbare hulde aan die schoone instelling en tevens om hunne toekomstige krijgsmakkers steeds te herinneren aan eene luistervolle bladzijde van onze Indische krijgsgeschiedenis, en daarmede ook aan den generaal Michiels, die in dezen veldtocht te vroeg aan het vaderland, maar te vroeg vooral aan het Leger moest ontvallen (1). 2e. De schilderijvoorstellende de gevangenneming van den hoofd opstandeling Diepo-Negoro (Java-oorlog, 28 Maart 1830), door den generaal De Ivock; een doek, zeker niet te rangschikken onder de meesterstukken van den Javaanschen schilder Raden Saleh. FJgendom van Z. M. den Koning is het, evenals dat van Djaga raga thans op de Koloniale Tentoonstelling te Amsterdam aanwezig. Moederland in dit opzicht bezitten, voor het grootste gedeelte particulier eigendom. Groot is het aantal dezer schilderijen niet, en, ofschoon geen kunstkenner, geloof ik tochdat onder dit aantal slechts weinige stukken kunnen worden genoemd (o. a. die van den schilder Beynon), die den in het keerkringsland onbekende een juist en goed denkbeeld kunnen geven van die natuur. (1) Wanneer men zelf iets ontvangen heeft, dan klinkt het onbescheiden, bij de dankbetuiging hetzelfde voor anderen te vragen. Maar thans bekend met Uwe ge voelens met Uwe goede bedoelingen, durf ik U niettemin voor te stellen, om zoowel aan de Militaire Academie te Breda als aan de Militaire School te Meester-Cornelis (Batavia) eveneens een exemplaar der photograpliische afbeelding Uwer Samalangan- schilderij te willen schenken. Ik geloof dat het aan beide militaire instellingen zou kunnen strekken om bij onze toekomstige Indische officieren den goeden krijgsmansgeest aan te wakkeren, en ik ben overtuigd dat Gij daartoe gaarne zult medewerken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 201