211 inkomen en velen zelfs eenig fortuin. Van hunne categorie, die wij in dit opstel de eerste hebben genoemd en die, hoezeer zij materieel zorgwekkend is achteruitgegaan, tot op den huidigen dag dezelfde is gebleven, zag men toen, op weinige reeds gemelde uitzonderingen na, geenen als minder militair in dienst. Onder hen werden, zoo min als thans (uitzonderingen vindt men overal) wat men eigenlijk onder tot nietsdoeners opgroeiende rondloopers in de kampongs verstaat, aan getroffen. Zeer zeker wonen velen hunner in kampongs of, juister gezegd, langs kampongwegen, in planken of van bamboe opgetrokken woningen of in kleine steenen huisjes. Zeer zeker neemt dat aantal aldus wonenden, helaas, nog het meest onder Europeanenmet den dag toe; maar dat geschiedt om den fiscus te ontloopen, daar (te recht) zij, die zijn gehuisvest in bamboe-woningen of in huisjes, waarvan de huurwaarde niet meer dan vijftien gulden 's maands bedraagt, vrij van belasting zijn gesteld. Niet alleen dat die vroeger bestaande welvaart niet meer voor die categorie kan wederkeeren, maar het wordt voor hare jongelingen hoe langer hoe bezwaarlijker, om zich geplaatst te zien; en van daar, dat zij thans in 't Leger komen. Stellig heeft de Regeering het in hare macht, dat aantal voor den vervolge, tot groot voordeel van ons Leger, zeer aanmerkelijk te doen toenemen. Niet door werving. De geplaatsten, het is reeds aangetoond, verlaten hunne betrekking niet. De overigen zijn door bezwaren verhinderd, ongeschikt om soldaat te worden of bereids in 't Leger. Maar geheel andere middelen als die, door den Heer Timmermans voorgesteld, dienen daartoe te worden gebezigd. Trouwens ZEd. heeft iets anders, het samenstellen van een afzonderlijk korps op het oog, dat geschikt is om, na te zijn afgericht, dadelijk naar Afjeli te vertrekken en gezocht moet worden door oogenblikkelijke wer ving bij de categorie der honderden tot nietsdoeners opgroeiende rond loopers, die gevaarlijk kunnen worden en die wij de tweede noemden. Wij zullen dus eerst dat plan van Schr. bespreken, of liever onze aandacht wijden aan 't geen ZEd. daarvan te lezen geeft. Het luidt: „Om nu tot zuivere uitkomsten, onomstootelijke bewijzen te gera- „ken, is het ontegenzeggelijk noodig, dat de regeering eene flinke „proef neme, van welke de gevolgen onwedersprekelijk zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 222