216 levensonderhoud, raadsels bleven. Het klinkt allerzonderlingst om trent lieden, die niets uitvoerden, maar het is waardiezelfde Neerl.- Indische welvaart, waarvan wij hierboven spraken, was daarvan oor zaak. Zij lieten hunne huishoudstersmoederszusters enz. voor hen zorgendie hoofdzakelijk met naaiwerk voor de Indische dames die toen algemeen enorme linnenkasten bezaten, grof geld verdienden terwijl de eerste levensbehoeften toen veel goedkooper waren dan thans. Die welvaart begon niet alleen af te nemenalles werd niet alleen duurder; maar tot overmaat van ramp werd eensklaps de naaimachine ingevoerd; eene uitvinding, die, hoe schier ongelooflijk ingenieus ook, voor honderdduizenden arme vrouwen en meisjes eene uitvinding van Satan mag heeten. De zaken draaiden bij die categorie Inlandsche kinderen toen geheel omen nu waren het de mannen, die voor hunne familiën moesten zorgen. Yelen hunner verdwenen. Yelen gingen naar de binnenlanden als onderopzichters of mandoors in dienst, of werden bij fabrieken pakhuizen en loodsen werkzaam gesteld. Enkelen gingen naar zee en velen, althans een veel aanzienlijker aantal dan vroegergingen van armoede in mili tairen dienst. Zijdie ongeschikt of wegens kwalen verhinderd waren (en zulken zijn er nog in niet gering aantal), om eenig werk te verrichten bleven een armoedig leven leiden. Nog zouden de engagementsstaten kunnen aantoonen, dat het aantal in dienst getreden Inlandsche kin deren gedurende de eerste twee jaren na de uitvinding der naai machine een groot verschil met dat van vroegere en latere jaren oplevert. Hun mindere geneigdheid om in de gelederen te komen, ligt dus niet aan schroomvalligheid jegens den Europeaan. Yoegt men nu daarbijdat zelfs geen Inlander zonder geldverdienen meer leven kanterwijl een Inlandsch kindwijl hij niet als koelie op treedt, een vasten dagelijkschen werkkring moet hebben, om loon te erlangenzoo is er van rondloopen geen sprake. Die dat doen behooren, enkelen uitgezonderd, tot bovengenoemde ongeschikten of tot dezulken, die buiten betrekking zijn of geraakten en wegens vrouw of kinderen verplicht zijn ter plaatse te blijven. Als men deze opsomming vermeerdert met de gemiddelde sterfte, die in de jaren van berrie-berrie, koortsen en cholera een vervaarlijk cijfer

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 227