224 „tegelijk (1) een beduidende landmacht te zenden. „„In verband „„met zoo beduidende machtsontwikkeling,"" schreef de Gouverneur - „Generaal, „„achtte de vlootvoogd een zeemacht noodig van 6 stoom schepen, benevens eenige Gouvernements-vaartuigen en stoombar- „„kassen"" [Bijblad 29 April 1873, bladzijde 1398]. „Hoe plotseling „tot de expeditie besloten werd, de schepen lagen gereed. Men „bezigde, behalve 3 van 't auxiliair eskader, dat dan ook zeer stellig „voor zulke omstandigheden bestemd is - van de Indische marine „de Sumatra, de Soerabaja en de Coehoorn, benevens 5 stoombarkassen, „2 stoomers der Gouvernements-marine en 9 kruisbooten. En die „zeemacht bleek ten volle toereikend; zij verleende alle hulp, welke „de landmacht deze was de hoofdmacht begeeren kon zij bewees „„uitmuntende"" „„uitstekende"" diensten. [De zieke Coehoorn niet „minder dan de andere]." „Niet gereed." Men was gereed voor den tegenstand, dien men vermeende te mogen verwachten. Het moge vreemd schijnen, maar ik heb wel eens gedacht: „Gave de hemel dat wij minder gereed „waren geweest. In 1873 drie bataljons minder en er was „geene eerste en waarschijnlijk in 't geheel geen Atjeh-expeditie „geweest.Wil ik daarmede zeggen, dat het Leger niet moet worden uitgebreid? Volstrekt niet, maar wel, dat nooit moet worden gedacht nu ik de troepen heb, moet ik ze ook gebruiken om oorlog te voeren, al zoude het ook een veroveringsoorlog zijn. Het brave Indische Leger moet sterk zijn, om te behouden, wat wij hebben, maar niet tot bevrediging van annexatie-zucht. Wordt daaraan toegegeven, dan is iedere uitbreiding het vullen van een Danaidenvat. Mag ik de door eenige dagbladen (2) gepubliceerde, en onderling nog al verschillende verslagen van het door den Heer Ki els tra op den 7dea November 11. gesprokene gelooven, dan heeft hij de proclamatie dd. 12 Februari 1874, waarbij de generaal Van S wie ten verklaarde, dat hij het bestuur der drie sagies had aan vaard, 't zij eene groote fout, 't zij eene niet geheel van overhaas ting vrij te pleiten handeling genoemden is dit door den kolonel (1) „Tegelijk." Ware 't maar gebeurd. (2) De Nieuwe Rotterdamsche Courant van 10 November; het Bataviaasch Han delsblad van 14 December en de Java-Bode van 19 December 1883.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 235