227
was, dan nog werd die fout zóó tijdig hersteld, dat zij niet de gevol
gen kan hebben gehad, die de Heer K. er aan. toeschrijft.
Zeker heeft de geachte spreker in het vuur zijner rede niet gedacht
aan de proclamatie van den 23sten April 1874, waarin aan de hoofden
en het volk van de drie sagies in Groot-Atjeh duidelijk wordt verklaard,
dat wij noch rechtstreeksch bestuur, noch voordeel verlangen, ons niet
met de volksgebruiken en huishoudelijke zaken wenschen in te laten,
en bereid zijn, onder onze heerschappij het bestuur over de drie sagies
aan een der door de bevolking en de hoofden meest vertrouwde
hoofden op te dragen. De Heer K., die de proclamatie van 12 Fe
bruari 1874 als eene fout beschouwt, heeft, door van de proclamatie
van 23 April 1874 niet te gewagen, mijns inziens, gehandeld als
iemand, die in de eerste uitgave van het een of ander geschrift eene
misstelling aantreft, welke in eene volgende editie is verbeterd, en
die desniettegenstaande op grond van die misstelling blijft voortre-
deneeren.
't Is er dan ook verre af, dat de proclamatie van 12 Februari
1874 aanleiding zoude hebben gegeven tot de door den generaal
Pel en later beoogde politiek van agressie. Lees de geschriften,
die tijdens en in de eerste jaren na de tweede expeditie tegen Atjeh
tegen den generaal Van Swieten het licht zagen, en nergens zult
gij de weeklacht vinden: „Gij hebt verklaard, dat gij Atjeh onder
„Uw bestuur naamt, en daarom zijn wij verplicht vooruit te gaan'
Noch „Een Patriot", noch de Heer Jeekel, noch Brutus, noch
de generaal Booms, noch de Heer Yan Rees, noch zelfs de oud
minister Van Goltstein in zijn „Atjeh sedert April 1874" gewagen
er van. Schering en inslag van hunne opstellen is: „wij moeten
„vooruit; vooruit om den vijand geduchte slagen toe te brengen,
„zijne oogsten en kampongs te vernielen; ziekelijke philanthropie ter
zijde te stellen, in één woord, om Atjeh met de kracht van wape-
„nen, zooals wij die begrijpen, ten onder te brengen. Dat zal goede
„resultaten geven, en de onderwerping zal spoedig volgen." Maar
nooit werd daarbij gezegd: „zonder de proclamatie van 12 Februari
„1874 zouden we de door den generaal Yan Swieten ingenomen
„stelling blijven bezetten." Blijkens het voorkomende op bladz. 48