- 251 -
onderzoek die waarborgen niet oplevert, dat bet in alle opzichten,
wat het bewijs van het misdrijf betreft, pertinent en concludent de
onomstootelijke gegevens oplevert, dat er le. een misdrijf gepleegd is
2e. dat beklaagde de dader is van het delict.
Wenscht men het voorloopige onderzoek oppervlakkig te doen hou
den, waaruit vaak alleronvolledigste verklaringen van getuigen voor
komen wenscht men zich tevreden te stellen met een zweem van
wettig bewijs, om dan alles over te laten aan het gerechtelijk onder
zoek men schaffe met spoed zoodanig niets beteekenend onderzoek
af. Op dergelijke documenten kan niemand eenig gemotiveerd advies
geven en zoodanig onderzoek doet veel meer kwaad dan goed.
Het voorloopige onderzoek, mits nauwkeurig en consciëntieus ge
houden, levert de navolgende niet onbelangrijke voordeelen op
le. Er bestaat een groote waarborgdat een persoon, zooals thans
maar al te vaak geschiedt, niet voorbarig en lichtvaardig naar den krijgs
raad worde verwezen, waardoor onschuldigen, dan wel zij, wier schuld
a priori reeds blijkt, maanden lang preventief gevangen moeten zit
ten, om door den krijgsraad eindelijk vrijgesproken te worden. Een
vrijspraak, die de beklaagde reeds te voren heeft kunnen vermoeden,
kan zeker het prestige van den krijgsraad niet verhoogen.
2e. Het gebeurt wel eens, dat beklaagde, die bij het voorloopige
onderzoek bekent, het hem ten laste gelegde feit te hebben bedre
ven, later bij de gerechtelijke instructie zijn bekentenis herroept.
Zoodanige herroeping zal hem evenwel niets baten, zoo die niet plaats
heeft op aannemelijke gronden. In zoodanig geval zullen de officie
ren-commissarissen, belast met het gerechtelijke onderzoek, de offi
cieren-commissarissen, belast met het voorloopige onderzoek, moeten
dagvaarden, ten einde als getuigen onder eede te hooren verklaren, of
in het proces-verbaal van het voorloopige onderzoek, door hen ge
houden, werkelijk alles juist is opgeteekend en de daarin voorkomende
verklaring van beklaagde, waarin zijne bekentenis vervat is, door hen
naar waarheid en juistheid in geschrift is gesteld. Bij het bevestigend
antwoord zal de vorige in het voorloopige onderzoek door beklaagde
afgelegde verklaring, door hem beklaagde tijdens het gerechtelijke
onderzoek op geen aannemelijke gronden herroepen, hare volle kracht
behouden en als eene bekentenis buiten het gerechtwaarvan art. 387