253
ongeoorloofde gerechtelijke instructie zonder rechtsingang zijn.
Onder voorloopige information eene vluchtige en als het ware ter
loops gedane instructie te verstaan, zoude eene verderfelijke dwaling
zijn. Zulke vluchtige instructiën benadeelen de ingezetenen in hunnen
goeden naam, strjjden tegen eene goede en rechtvaardige rechtsbedee-
ling, omdat vóór dat er voldoende bewijzen zijn van schuld niemand de
bevoegdheid heeft, een persoon in rechten te betrekken. Bovendien
hebben dergelijke onnauwkeurige voorloopige onderzoeken het groot na
deel, dat zij naderhand eene goede gerechtelijke iustructie, die een
voortzetting van het voorloopige onderzoek is, onmogelijk maken.
Van het begin af behoort alles nauwkeurig te geschieden. Enkele
voorbeelden zullen onze meening bevestigen.
In zake den geniesoldaat S., verdacht en beschuldigd van diefstal
van houtwerken, behoorende tot het geniemagazijn, werd een voorloopig
onderzoek bevolen.
Bij de gerechtelijke instructie was de getuigenis van den genie
korporaal X. geheel in strijd met de verklaring, door hem in het
voorloopige onderzoek opgegeven, bewerende die getuige die verklaring
in het voorloopige onderzoek niet afgelegd te hebben, zóó als die in
schrifte was gesteld. Officieren-commissarissen, belast met het gerech
telijk onderzoek, hadden evenwel vermoeden, dat de getuige onwaar
heid sprak en termen aanwezig waren, hem te doen vervolgen we
gens het afleggen van eene valsche getuigenis onder eede, waarop zij
hem het voorloopig arrest oplegden.
Alvorens echter een klacht op te maken, werd besloten, de officie
ren-commissarissen, belast met het voorloopige onderzoek, als getui
gen onder eede te hooren.
Na onderzoek is gebleken, dat zij het voorloopige onderzoek hebben
gehouden als volgt:
Men heeft zich vergenoegd, de verklaringen der getuigen met enkele
vluchtige aanteekeningen op verschillende stukjes papier met potlood
te schetsen, om die later, geholpen door het herinneringsvermogen,
op schrift te stellen. Op schrift nader gesteld, werden, buiten de te
genwoordigheid der officieren-commissarissen, de verklaringen van
bedoelden korporaal door middel van een sergeant-majoor ter teeke-
ning aangeboden, die aan getuige zeide, dat hij zijne verklaring gerust
17