255
2®. Aan de twee getuigen A. en B. en den sergeant Y. K., de
eenigste personen, die de handelingen van beklaagde zouden kunnen
opgemerkt hebben, de vraag te stellen, of het aanvatten van den
superieur, door beklaagde geschied, het karakter had van eene fei
telijke beleedigingdan wel zulks eenig en alleen was toe te
schrijven aan baldadigheid, aan beklaagde's beschonken toestand
te wijten, zonder het boos opzet om den superieur in rang te
beleedigen.
De militaire commandant achtte het stellen dier vragen niet nood
zakelijkverwees den beklaagde naar den krijgsraad, bewerende
dat men op het voorloopige onderzoek eigenlijk niet te veel moest
letten, en het verder wettige bewijs vermoedelijk wel geleverd zou
worden door de gerechtelijke instructie.
De eed heette het verder zal het zijne wel bijdragen!
En welke resultaten heeft het gerechtelijke onderzoek alzoo opge
leverd? Dat de getuigen onder eede dezelfde verklaringen hebben
afgelegd als te voren bij het voorloopige onderzoek dat het geen meer
der bewijs van beklaagde's schuld heeft opgeleverd; dat de superieur
in rang, die door beklaagde gewelddadig aangerand heette te zijn,
bovendien heeft verklaard, dat zulks geschied is uit baldadigheid,
aan beklaagde's toestand van dronkenschap te wijtenals reden
van wetenschap opgevende, dat hij, sergeant Y. K., den beklaagde
ternauwernood kende, nooit eenige onaangenaamheid gehad heeft,
derhalve moest concludeeren, dat hij onmogelijk kan gezegd worden,
het boos opzet, den misdadigen wil (dolus) gehad te hebben, zijn
superieur in rang feitelijk te beleedigen; en de krijgsraad
sprak beklaagde vrij. Ook het Hoog Mili
tair Gerechtshof zal wel niet anders kunnen doen. Yonnis en arrest
deelen wij later mede.
Met een weinig doorzicht was die vrijspraak a priori te verwachten.
En thans vragen wij in allen ernst ons af, of het wel verantwoordelijk
is, op dusdanige gronden, die beklaagde's niet-schuldig zijn aan de
hem bij klacht ten laste gelegde feiten te voren reeds zoo pertinent
en concludent opleveren, hem niettemin naar den krijgsraad te
verwijzenzijnde beklaagde thans maanden lang van zijne vrijheid
beroofd, terwijl bovendien daardoor veel kostbare tijd en moeite zijn