256
•verspild; den Lande bovendien niet weinig nadeel is berokkend.
Het voorloopige onderzoek is, zegt men, bij de wet niet bekend. Wel
is waar staat art. 8 in de Militaire Rechtspleging, doch het is daar
misplaatst, daar het eene bepaling bevat, die meer den inwendigen
dienst betreft; n. 1. hoe (huishoudelijk) te handelen, wanneer feiten
moeten worden onderzocht, die aanleiding kunnen geven tot eene dis
ciplinaire bestraffing, dan wel vervolging door den krijgsraad.
Wij hebben vrede daarmede; doch wanneer men ziet, op welke
wijze alleen rechtszekerheid te verkrijgen is, om niet lichtvaardig een
persoon naar den krijgsraad te verwijzen, dan zal het voorloopige
onderzoek nochtans met den noodigen ernst moeten geschieden, wil
men niet onschuldigen of hen, wier schuld niet rechtens te bewijzen
is, klakkeloos naar den krijgsraad verwijzen. Met die ondervinding
gewapend, zoekt men naar analoge gevallen in eenige andere wet en
kan men een geschikt richtsnoer vinden in de wijze, waarop voor
loopige information ingevolge de voorschriften van het gemeene recht
gehouden worden.
De bedoeling van art. 8 R. L. zal dan op deze wijze geïnterpre
teerd kunnen worden.
Wanneer het den commandeerenden officier bij het onderzoek, bij
art. 8 R. L. bedoeld, niet dadelijk blijkt, dat de gearresteerde zich
werkelijk aan eene krijgstuchtelijke overtreding heeft schuldig gemaakt
of wanneer hij twijfelt, of eene zaak wel disciplinair kan worden af
gedaan, dan wel van oordeel is, dat zij vóór den krijgsraad behoort
te worden gebracht, dan benoemt hij ten spoedigste eene commissie
van twee officieren (desnoods geassisteerd door een ander officier als
secretaris) en draagt hij aan deze op, om een voorloopig onderzoek
naar het gebeurde in te stellen en al zulke informatiën in te winnen
als dienen kunnen, om de afdoening der zaak, hetzij door den krijgsraad,
hetzij door hem, commandant, gemakkelijk te maken en te bespoedigen.
De commissie maakt van hare bevinding een proces-verbaal op, het
welk moet zijn gedagteekend en de juiste verklaringen met alle bijko
mende omstandigheden inhouden van- allen, die ter voorloopige inlich
ting door de commissie zijn gehoord.
In dat proces-verbaal wordt verder melding gemaakt van al hetgeen
aan de commissie, door eigen waarneming, aangaande het gepleegde