- 15 projectielen beschut zijn. Deze beschutting vinden zij gewoonlijk slechts aan ééne zijde van het schip en het is dus aan te bevelen, dat de ontscheping ook aan die zijde plaats heeft en da.11 nog wel compagnie sgewij zeom het tactisch verband der troepen in de sloepen zoo min mogelijk te verbreken. Is eene compagnie ontscheept, dan verwijderen de sloepen zich van het schip om plaats te maken voor die, bestemd voor de volgende compagnie, doch houden zich gedekt door het schip. Op deze wijze kan het ontschepen compagniesgewijze geschiedenzonder over last te hebben van 's vijands projectielen. Dit wordt evenwel niet verkregen, wanneer aan beide zijden van het schip wordt ontscheept. Bestaan er echter overwegende redenen, om de troepen aan beide zijden van het vaartuig te doen ontschepen, ongeacht de meerdere verliezen, dan is het voorschrift daarvoor geen beletsel. En daar volgens dat voorschrift de landing zelve geschiedt overeen komstig de bevelen van den commandeerenden officier, bestaat er geen ge grond motief om de hier besproken facultatieve bepaling te wijzigen. IJ 1° Hoofstuk. Legering van troepen. 100. Deze wordt een „hors d'oeuvre'' genoemd in een Voorschrift op den velddienst voor het Indische Leger, omdat wij niet, evenals in Nederland, oefeningskampen hebben en in de eerste 25 jaren ook wel niet zullen krijgen. Onze oefeningskampen, wordt gezegd, liggen thans in Atjeh, en waren vóór dien tijd op Borneo, Celebes, Bali en in de Pasoemah. Het zal den beoordeelaar zeker niet bekend zijn, dat de Generaal Kroesen, die wist waaraan het Indische Leger behoefte hadniettegen staande de oorlogen op BorneoCelebesBali en in de Pasoemah veelvuldige gelegenheid tot oefening hadden gegeven, destijds sterk bij de Begeering heeft aangedrongen op het houden van oefeningen in kampen voor de vereenigde wapens. Het nut van zulke kampen valt niet te loochenen en wij mogen dus niet te pessimistisch wezen en aan de mogelijkheid van zulke oefeningen wanhopen, wanneer Atjeh zal zijn onderwrorpen of wanneer het Leger gebracht zal zijn op de sterkte, welke het moet hebben na de vergrooting van grondgebied in de laatste jaren. Bo-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 26