RECHTSPRAAK IN MILITAIRE ZAKEN. De krijgsraad is niet bevoegd om kennis te nemen van Het; Hoog Militair Gerechtshof Gezien liet vonnis van eenen daartoe benoemden krijgsraad te teoen den in hoofde dezer genoemden beklaagde gewezen op den 4U1 Augustus en uitgesproken op den 27sten October 1888, waarbij hij is schuldig verklaard aan het vervoeren van eene hoe veelheid, wegende een halve mata bereide of een mata ruwe opium, welke met afkomstig is van den opiumpachter binnen het pachtper- eeel' waai' de opium bevonden wordt, en deswege veroordeeld tot de straf van tenarbeidstelling aan de publieke werken zonder loon voor den tijd van één dag, met verbeurdverklaring der achterhaalde opium, en in de kosten Gelezen den namens den appellant R. O. op den zestienden No- ember 1S00 drie en tachtig gedienden eisch in appèl, waarbij OVERTREDINGEN VAN REGLEMENTEN BETREFFENDE I1ET OPIUM-MONOPOLIE. Sententie Definitief in de zaak, hangende voor liet Hoog Mili tair Gerechtshof van Nederlandsch-Indië, tusschen den Advocaafc-Fiskaal voor de Land- en Zeemacht in Nederlandsch-Indië R. O., ap pellant en T., algemeen Stamboek No. oud jaren, geboren te laatstelijk dienende als Inlandsch kanonnier le klasse by de....! compagnie artillerie, geappelleerde.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 277