17
liet Voorschrift door deze omissie niet te zeer geschaad wordt, is redres
toch wenschelijk.
V oor de door den beoordeelaar geopperde veronderstelling, dat met
belegde plaats bedoeld zou wezen belegerde plaats, bestaat o. i. geen
gegrond motief. De zienswijze, dat daarmede bedoeld wordt bezette
plaats, is juist.
111 en 112. Onder het hoofd „beveiliging en politiemaatregelen"
bij gekantonneerde troepen wordt eene bepaling noodzakelijk geacht
omtrent het samenstellen van de kantonnementswachten uit Euro-
peesche en Inlandsche militairen. Een afzonderlijk voorschrift wordt
te dien opzichte niet noodzakelijk geacht, omdat in de laatste alinea
van 213 is opgenomen, dat het aanbeveling verdient, dat de com
mandant eener veldwacht bekend zij met de meerdere of mindere
schranderheid en bijzondere geschiktheid der manschappen voor den
patrouilledienst, en sub 2 van 230 voorkomt: „Wanneer het
noodig is den schildwachten te veroorlooven te zitten of te liggen,
zullen Europeanen bij voorkeur op die posten geplaatst, of de posten
bezet worden door militairen van verschillenden landaard."
„De manschappen van eenen dubbelpost zullen, zonder een gesprek
te voeren, elkanders aandacht vestigen op alles wat in den omtrek
van den post wordt opgemerkt, en wederkeerig zorgen, dat de waak
zaamheid niet wordt veronachtzaamd of afgeleid."
Deze bepalingen zijn, blijkens 111, 6e alinea, ook van kracht
voor de kantonnementswachten, waardoor, zooals de beoordeelaar
wenscht, de onhebbelijkheden van den eenen landaard voldoende door
den anderen kunnen worden geneutraliseerd.
Een bezwaar tegen het opnemen van zulk eene afzonderlijke be
paling is de samenstelling der compagnieën in verband met het be
paalde 154) dat voor de deelen, waarin de veiligheidstroepen wor
den verdeeld, zooveel doenlijk zelfstandige afdeelingen worden genomen.
Iu 111 acht de beoordeelaar het noodzakelijk, de volgende be
paling op te nemen: „het plaatsen van observatieposten op verheven
punten kan soms doeltreffend zijn."
Als motief daarvoor geldt, dat in het JsTederlandsche Voorschrift
eene gelijksoortige bepaling voorkomt, zoomede dat in punt 6 van
218 voor de veldwaehten ook zoo iets is voorgeschreven. Dit
2