- 279 dommelijke eiwitstof, het vitelline (volgens sommigen een mengsel van albumine en caseïne)vette zelfstandigheden, na verwant aan die welke in de hersenen voorkomen, minerale zouten en nagenoeg 50 pet water. Het eiwit begint bij 70° te stollen; bij 73° stolt het volkomen, terwijl de dooier nog week is en eerst bij 76° stolt. Vleesch is de naam, dien wij in het dagelijksch leven geven aan de spierzelfstandigheid van geslachte dieren, meer of min door vet omgeven. De spierzelfstandigheid zelve is eene verzameling van weefsels en vloeistoffen van verschillenden aard, welker hoofdbestanddeel de dier lijke vezelstof of fibrine, eene georganiseerde eiwitstof is. De af zonderlijke spiervezelen vormen, bundelsgewijze door bindweefsel verbonden, de spieren. Tusschen de spierscheede en het bindweefsel in zet zich het vet in afzonderlijke vetcellen af. Het geheel is door weven door een tal van fijne bloed- en lymphavaten, die de voe ding, en van zenuwen, die de levensfunctiën der spieren teweeg brengen. De spierzelfstandigheid is met eene eiwitrijke vloeistof, de vleesch- vloeistof, gedrenkt, welke een aantal zelfstandigheden bevat, die deels onmiddellijk uit het bloed afgescheiden, deels bij de stofwisseling der spieren ontstaan is. De voedingswaarde van het vleesch is geheel afhankelijk van het dier, waarvan het herkomstig is. Om dit duidelijk te maken, zullen wij hier de uitkomsten laten volgen der onderzoekingen, door Breunlin in Bohemen gedaan. Yolgens hem bevatten 100 deelen vleesch: van vette van magere ossen. Water 38.97 59.68 Asch 1.51 1.44 Yet 23.87 8.07 Spiervleesch 35.65 30.81 of 1000 grm. bevatten spiervleesch. vet. asch. water. Yleesch van vette ossen 356 239 15 390 Yleesch van magere ossen 308 81 14 597 Yerschil 48 158 1 207 Het vleesch van den vetten os bevat op 1000 dl. derhalve 207 dl.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 290