28S
dat het van ieder militair voedingssysteem een krachtige basis behoort
uit te maken, dat geven wij volgaarne toe. Niet alleen het dagelijks
voorzien van marcheerende troepen in oorlogstijd moet als een on
bereikbaar ideaal beschouwd worden, maar de ondervinding heeft
al te duidelijk geleerddat het reeds onbereikbaar is, dit dagelijks in
vredestijd de niet marcheerende, dus garnizoen houdende troepen te doen.
Is het noodig de talrijke posten op te noemen, waar niet alleen
niet dagelijks, maar zelfs niet wekelijks versch vleesch aan het
garnizoen wordt verstrekt?
Men zal zich daar dus met ander dierlijk voedsel en surrogaten
voor vleesch moeten behelpen en overigens plantaardig voedsel nuttigen.
De hoofdzaak is slechts dat dagelijks een voldoende hoeveelheid voedsel
verstrekt wordewaarin de noodzakelijke elementen tot onderhoud van
het lichaam in behoorlijke verhouding en hoeveelheid voorkomen.
Hiervoor te zorgen is de taak der Intendance; in hoeverre zij
zich echter van deze taak kwijt, wenschen wij niet te beoordeelen.
Alleen merken wij op, dat het niet voldoende is, eenige rantsoenen
vast te stellenmaar dat het dringend noodzakelijk isdaarbij re
kening te houden met de innerlijke voedingswaarde, die ieder onder
deel van dat rantsoen vertegenwoordigt en deze zoodanig te schikken,
dat zekerheid erlangd worde, dat de ontbrekende voedingselcmenten
uit de dagelijks ter markt komende artikelen kunnen worden aangevuld.
De Intendance moet hare huismoederlijke zorgen zoover uitstrekken
dat bij haar de zekerheid bestaatdat de militair goed en doelmatig
gevoed wordt. Deze zekerheid mist zij thans. Zij meent haar plicht
gedaan te hebben, wanneer zij de behoorlijke verrekening heeft er
langd van een massa vivres in natura, naar gelang van en overeen
komende met een zekere sterkte. Deze administratieve bezigheid
heeft evenwel met den dienst der Intendance niets gemeen. Haar
plicht is het te zorgen, dat die voedingsmiddelen in de meest
geschikte voeding worden omgezet. Kan men billijkerwijze ver
wachten, dat dit gedaan wordt door een ter zake geheel onkundig onder
officier, onder toezicht van een ter zake even onkundig compagnies
commandant? Deze zijn niet de personen, die geroepen zijn het
artikel „voeding"' tot een onderwerp van aanhoudende studie en
gestadige overdenking te maken!