299 Waren wij bij hethiervoren vermelden van cijfers, als „buitenposter", tot ons leedwezen niet in de gelegenheid, ons zekerheidshalve te laven aan de officieele formatietableaux, zooals wij bij aanwezen te Batavia stellig niet verzuimd zouden hebben, over dit bezwaar hebben wij ons heengezet in de hoop, dat het daartoe geraadpleegd Koloniaal Verslag desbetrekkelijk niet al te veel zal hebben gejokt. Thans komt de vraag aan de orde, hoe in dien toestand bij de Infanterie verbetering te brengen, zonder den Minister van Koloniën den schrik op het lijf te jagen. De oplossing van dit probleem is alleen voorshands te bereiken door eene wijziging der formatiecijfers; eene zoodanige wijziging, dat de luitenants spoediger tot kapitein zullen worden bevorderd. Bij wijze van algemeene lotsverbetering van den Infanterieofficier zoude voorzeker niets eenvoudiger zijn, dan hem voortaan in trakte ment gelijk te stellen met zijn collega der favorite wapens en diensten. Zulk een maatregel evenwel, hoe billijk overigens ook, kost veel geld; zelfs niet veel minder dan 350,000 gulden 's jaars. Onzin nigheid dus, om het denkbeeld in overweging te geven! Uitbreiding van het aantal hoofdofficiersplaatseu bij de Infanterie, om te voorkomen, dat binnen eenige jaren het korps hoofdofficieren op de bewoners van een proveniershuis ga gelijken, is eveneens eene dure zaak en alleen daarom reeds in den tegenwoordigen, be narden, geldelijkeu toestand verwerpelijk. Men moet het dus trachten te vinden lager op, bij de luitenants, en in de formatie dezer officieren eene conversie bewerkstelligen, waardoor zij voortaan spoediger tot kapitein zullen worden bevorderd. Men verlieze toch niet uit het oog, dat, over het algemeen, de positie van den Infanterieofficier ook dan verbetering ondergaat, De Schr. heeft geen rekening kunnen houden met het Koninklijk besluit dd. 27 December 1S82, No. 20 (Gouvernements besluit dd. 10 April 1883, No. 1; Staatsblad No. 109), betreffende de wijziging der formatie o. a. van den geweste lijken en plaatselijkeo Geneeskundigen Dienst. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 310