305 dat het te groot aantal officieren de organisatie in tijd van vrede onnoodig kostbaar maakt en deze kostbare organisatie op hare beurt oorzaak is, dat de traktementen der officieren niet in overeenstem ming met de behoeften kunnen gebracht worden bij het voortdurend pogen, om het budget niet te doen stijgen. Ook hij wil daarom in het wijzigen der verhoudingscijfers van luitenants tot kapitein eene lotsverbetering voor de Infanterieofficieren zoeken, wier promotie gaandeweg slechter wordt. Zeer toevallig stellen de Heer De M. en wij dus voor de Infanterie hetzelfde voor, althans wat het zakelijke deel betreft. Zijn concept-examenprogramma voor de nieuwe categorie onder officieren is zoodanig ingericht, dat een jongmensch van eenigen aanleg, na eenige jaren militairen dienst, daarin gemakkelijk zal slagen. Enkele nummers op dat programma zouden voor het Indische Le ger uitbreiding behoevenonder anderen zou daarin moeten opge nomen worden, dat niet alleen kennis van vreemde, doch inzonderheid van inlandsche talen tot aanbeveling strekken zou en de examinandus niet alleen een denkbeeld zoude behooren te bezitten van het tac tisch gebruik eener compagnie Infanterie in het gevecht, maar ook en vooral van den aard der vechtwijze van de verschillende volkstam men, hunne manier om zich te verschansen, hun karaktereigenschap pen in den oorlogmet andere woordenvan de militaire Land- en "Volkenkunde van den Nederlandsch-Indischen Archipel. De onderluitenant bij het Indische Leger zou in ieder opzicht bruik baar moeten zijn, ook om bij ontstentenis van den sergeant-majoor) zoo noodig, dezen als administrateur te kunnen vervangen. Eene bepaling zouden wij dientengevolge nuttig achten, dat de onderofficier, aspireerende naar den graad van onderluitenant, moet hebben gediend, minstens 3 jaren als onderofficier, waarvan 6 maanden als fourier en 12 maanden als sergeant-majoor. Terwijl er dus 18 maanden tijds zouden overblijven, om als ser geant dienst te verrichten, zoude de door ons bedoelde onderofficier, bij het bezit van den noodigen militairen aanleg, in 36 maanden moeten zijn een man van zessen klaar, wel te verstaan in drie jaren tijds na zijne bevordering tot sergeant of fourier.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 316