308
zonder schokken, en dus zeer geleidelijk, binnen den tijd van vijf
jaren zijn uit te voeren.
Niet de inkrimping van 148 luitenantsplaatseu, maar het aanstellen
van een gelijk aantal onderluitenants zou intusschen den meesten
tijd vorderen.
Vóór eenige jaren had men bij het Instructie-Bataillon eene spe
ciale opleiding van „kolonialen", die, bij goed gedrag en dienstijver
en na gedurende den tijd van één jaar bij een der Infanterieregi-
menten te hebben gediend, als sergeant bij het Indische Leger over
gingen.
Op dezelfde wijze zou het Instructie-Bataillon ook nu aspirant
onderluitenants kunnen helpen vormen, die, „als koloniaal dienst
genomen hebbende"in geen geval bij het Indische Leger als
onderluitenants zouden dienen in te treden, alvorens den hiervo-
ren gestelden driejarigen onderofficiersdienst in Incite te hebben
volbracht.
„Kunnen helpen vormen", zeggen wij, omdat wij anders geene
voorstanders zijn van het „prepareeren van kader voor het Indische
Leger buiten dat Leger".
Het is eene daadzaak, dat de waarde van den goed-oppassenden
Indischen korporaal en onderofficier stijgt, naar gelang hij, binnen
zekere grenzen, langer met Indische soldaten heeft omgegaan.
De voorkeur hebbeu dus zij, die bij een gezond en sterk lichaams
gestel den meesten Inclischen diensttijd tellen.
Toch zouden wij niet gaarne hierin even consequent willen zijn
als het Legerbestuur sedert vele jaren is in het aanstellen van mi
litaire ambtenaren, adjudant-onderofficieren, provoostgeweldigers,
stokkenknechts e. t. q.
Er moet geen pré bestaan voor hen, die eerst op gevorderden
leeftijd zich in het aanbevelingsregister weten te doen inschrijven.
Onbillijk en ambitiedoodend is het toch, wanneer de goed-oppassende,
jeugdige onderofficier jarenlang in dat register moet figureeren, alvorens
tot de aanbevolen nieuwe betrekking te worden benoemd.
Zooals nu de benoemingen tot de hier bedoelde betrekkingen
geschieden, doet het er niets toe, of al een onderofficier op jeugdi
gen ancienneteitsdatum in het register wordt ingeschreven; zonder