20 hoofdzaak wezen, ongeacht of daarvoor Europeanen, Amboineezen of Inlanders gebezigd worden. 155. De opmerking omtrent het gebruik van het woord „onder houd" instede van „beveiliging" is juist. 175. Naar aanleiding van het hierin bepaalde wordt gezegd: „Waarom echter die gedragregels eerst voor de êÉ$rzoekingspatrouilles „aangegeven zijn, nadat het Reglement (Voorschrift) reeds op twee „plaatsen te voren 58 en 165) goedschiks daarvan had moeten „gewagen, kan niet bevroed worden." De toelichting op punt 11 van 58 geeft de reden daarvan op. 168. Het bepaalde in deze doet den beoordeelaar verklaren, niet te kunnen vatten, waarom tegenover Inlanders des nachts of bij duister of mistig weer, een „woord" noodig is, als middel tot on derlinge herkenning. Bij het neerschrijven van die verklaring is zeker niet gedacht aan de mogelijkheid van een oorlog tegen een buitenlandschen vijand, terwijl daarbij zeker geen rekenschap is gehouden met de schrander heid van onze tegenstanders in Atjeh, die in den lOjarigen krijg gelegenheid hebben gevonden, om zich op de hoogte te stellen van onze veiligheidsmaatregelen. Zoo werd op zekeren nacht te Anagaloeëng in de richting van een der posten door den vijand het signaal „voor den doctor" ge blazen. Ware daarop afgegaan, dan zou hoogstwaarschijnlijk het de tachement in een hinderlaag gevallen zijn. Zeker is het den beoordeelaar niet bekend, dat in het jaar 1876 in Atjeh twee detachementen, welke zich gedurende den nacht in eene hinderlaag moesten leggen, te dicht in elkanders nabijheid kwa men. Bij toeval herkenden de troepen elkander tijdig, waardoor groote ongelukken werden voorkomen. Met deze omstandigheden voor oogen zal een ieder het moeten toege ven, dat middelen tot onderlinge herkenning noodzakelijk zijn, onverschil lig of men tegenover een Tnlandschen of buitenlandschen vijand staat. 175 punt 3. In deze is op eene onverklaarbare wijze het woordje „niet" tusschengevoegd, dat te meer onverklaarbaar is, daar in het origineele concept de redactie van het Nederlandsche Voor schrift onveranderd is overgenomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 31