315 seis. Een ieder, die meer omstandig- aangaande het schietkatoenkruit wenscht inge licht te worden, bevelen wij aan na te slaan, wat dienaangaande voorkomt in de Mil, Z. '77, No. 29, „Baumwoll Pulver" en in de Rev. Wart. '77 Janvier, „Essai par Part. Anglaise d'une nouvelle poudre-coton au nytrate de baryte." Wat nu het Dynamogeen betreft, zij opgemerkt, dat de beroemde uitvinder van het „Panclastite" in zijn werk: „Notice sur la Panclastite, nouvelle section d'explosifs découverte par Eugène Turpin" (Paris. E. Bernard et Cie. 1882), dienaangaande zegt „On annon§ait ces jours derniers, dans les journaux, qu'un ingénieur de Yienne venait „de découvrir le „Dynamogène". Ce Dynamogène n'est autre chose que du papier „imprègné d'une solution de prussiate et de chlorate de potasse avec du salpêtre et „du charbon. Or la poudre sous forme de papier n'est pas une nouveauté et la for- „mule du mélange explosif exposé ci-dessus est encore plus ancienne." Slaat men het in 18G5 uitgegevene zakwoordenboek der scheikunde van Dr. Gerding (Utrecht, C. v. d. Post Jr.) op, dan vindt men daarin op bl. 674 het schietpapier of Pyropapier beschreven als een nitroverbinding, bereid door de indompeling van vloei papier in een mengsel van salpeterzuur en geconcentreerd zwavelzuur, zoodat de vorming op gelijke gronden berust als van het schietkatoen, terwijl dit door Schön- bein ontdekte ontploffingsmiddel eigenlijk weder niets anders is dan eene wijziging van het reeds in 1823 door Braoonnot ontdekte beginsel, waarop de Xyloïdine berust. De gewichtige uitvinding van het „Panclastite" zal ik later meer uitgebreid behandelen. J.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 326