321 voldoen, onverschillig of het schutters le klasse dan wel scherp schutters zijn, worden tot de le oefening der 2e klasse teruggebracht. Is het aan de overgangsproef, dat de scherpschutter niet in eens voldoet, dan wordt hij tot de le oefening der le klasse terugge bracht. De schutters der le en 2e klasse schieten voortaan slechts op een vijfmansschijf. De schijf is breed 2,5 M.hoog 1,7 M.op een halven M. van den linker- en rechterkant verwijderd loopen een paar dunne ver ticale strepen, met potlood of rood krijt getrokken, om een breedte van 3 naast elkaar gestelde mannen (driemansschijf) te begrenzen. In het middenvak (dus tusschen de potloodstrepen) is een zwart gemaakte figuur van 1 M. ho.og te zien, die een knielenden man voorstelt, terwijl eindelijk aan den onderkant der geheele schijf, ter hoogte van 0.35 M. over de geheele breedte, een strook geplakt wordt, waarvan de kleur zooveel mogelijk met die van den bodem behoort overeen te komen. Het raam van de schijf wordt met grof linnen bekleed en daarna met papier beplakt, ivaarvan de kleur tegen den achtergrond afsteekt. De scherpschutters vuren bovendien op a. kopschijven van 0.5 M. in het vierkant; h. kopschijven van 0.3 M. middellijn en c. een beweegbare schijf. Deze kopschijven erlangen eene plaats in eene inrichting, waardoor men ze boven een borstwering of in een artillerieschietgat kan doen te voorschijn komen. De schietbanen blijven zoo als zij waren, behoudens het daarstellen in de rooilijn op de noodige afstanden (zie hierachter de nieuwe overgangsvoorwaarden) van tirailleur put ten, in welke de schutter zich plaatsen moet, als hij opgelegd moet schieten. De oefeningen der 2e klasse zijn voortaan:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 332