328
bevolking, met inbegrip van de Eurasiers, (1) do verplichting op te leg
gen, de wapenen te dragen tot verdediging van liet Britsch-Indisch
gebied. „Met dat denkbeeld"zoo wordt gezegd„beoogt men, de
„verontrustende uitgaven voor liet militair departement te verminde
ren, door van de reeds bestaande bouwstoffen partij te trekken".
„Er zijn nu"zoo wordt verder gezegd—„in Indië, bet Leger
„nog niet eens medegerekend, 100,000 mannen van Europeesche
„afkomst. Stellig zou de helft daarvan de wapenen kunnen dragen.
„De meesten hebben financieel een zeer treurig bestaan. Men opene
„hun een loopbaan, waarvoor zij zeer geschikt zijn. Men richte voor
„hen in de hoofdsteden plaatselijke regimenten Infanterie en com
pagnieën Artillerie op. Zij zullen het Gouvernement geen 100 pond
„sterling kosten, voordat zij nog een dag in Indië hebben gediend,
„zooals met den Engelschen soldaat het geval is; zij zullen meer be-
„scheiden in hunne eischen zijn en men zal zich op hen veel beter kun-
„nen verlaten in tijd van nood, dan op buitenlandsche huurlingen."
Behalve op het bovenstaande, werd door den majoor Grey nog
gewezen op een ander denkbeeld, n. 1. om het Inlandsche Leger
met 35,000 goede soldaten te versterken, den leenroerigen hoofden
aangenaam te zijn en het gevaar, dat door de wanordelijk gewapende
manschappen in de inlandsche staten aanwezig was, weg te ruimen.
Dit denkbeeld was, eiken staat een permanent contingent te doen
leveren aan het eene of andere Eugelsche garnizoen, en die contin
genten te stellen onder eigen officieren, maar Engelsche officieren
daarbij te detacheeren voor de instructie; dus eene uitbreiding van
het inlandsche element in het koloniale leger.
Het denkbeeld van den majoor Grey, om den in Azië geboren
Europeanen de verplichting op te leggen, de wapenen te dragen
tot verdediging van hun geboortegrond, is niet volkomen nieuw.
Reeds dertien jaren geleden, in het Nieuw Bataviaasch Handels
blad dd. 27 en 28 Februari en 1, 2 en 4 Maart 1871, en wel naar
aanleiding van een geschrift van den in 1876 te Atjeh als kapitein ge
sneuvelden len luitenant der Artillerie J. A, vanderKruk, getiteld
(1) „In Azië geboren Europeanen," zegt De Indische Gidsnaar ik meen, niet vol
komen juist.