28 De andere posten hebben deze onmiddellijke hulp niet zoo zeer noodig, dewijl zij, eenige Inlanders ziende aankomen, deze kunnen afwijzen en althans zorgen dat deze niet te nabij komen. De laatste volzin van de voorlaatste alinea van 223 wordt ook afgekeurd. Deze luidt als volgt: „Wanneer geen veldwachten zijn „geplaatst 238), wordt de examineertroep van de reserve af gezonderd." De voornaamste bezwaren daartegen zijn, dat gezegd wordt „wan neer geen veldwachten zijn geplaatst," en dat daarin gesproken wordt van „reserve," terwijl in 238 dat woord geen enkele maal is ge noemd. In Indië doet het zich meermalen voor, dat geen veldwachten uitgezet kunnen worden. Deze gevallen zijn vermeld in de 2° aliuea van 202, waarop verder betrekking hebben de laatste alinea's van 229 (1) en 237, zoomede in 238. Het is dus zeer natuurlijk dat in 223 gezegd wordt: „wanneer geen veldwachten zijn ge plaatst", met gelijktijdige verwijzing naar 238, waarin het bedoeld geval is omschreven. Ten aanzien van het gebruik van het woord „reserve" in de voor laatste alinea van 223 wordt het volgende opgemerkt. Bij „marschvoorposten" worden detachementen vooruit geschoven, die dubbelposten plaatsen en patrouilles uitzenden. Wat van deze detachementen vereenigd blijft, is de reserve, zonder dat die naam daaraan wordt gegeven. Om die reden is in 223 sprake van reserve, zonder dat dit woord cursief is gedrukt, 't geen zou zijn geschied, indien het eene bijzondere benaming aanduidde. Omtrent de volgorde van het voorgeschrevene in 223 zegt de beoordeelaar, dat het beter ware die te beginneu met den volzin betreffende de overbodigheid van een examineertroep en daarop des noods te doen volgen „dat, wanneer in de postenlinie eenig verkeer „van aanbelang van bevriende Inlanders mocht plaats vinden, alsdan „een gedeelte van de veldwacht zal kunnen afgezonderd worden, „om den schildwachten (posten) in het onderzoeken van de personen „behulpzaam te zijn." (1) In deze is ten onrechte naar 203 verwezen; dit moet 202 zijn. In 236, 8e alinea, moeten do woorden „ondersteuningsposten en'' vervallen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 34