339 tot het geven van instructie. Later nog een zeker aantal jaren beschikbaar, om te kunnen worden opgeroepen, wanneer de nood zakelijkheid zulks zoude vorderen. Welk eene flinke reserve zou op die wijze kunnen worden gevormd. En waarom zou de maatregel ook niet op Chineezen en vreemde Oosterlingen, ingezetenen van Nederlandsch-Indië, kunnen worden toegepast Welke goede diensten hebben de eersten niet bewezen aan Jan Pieterszoon Coen, den grondlegger van ons gezag. Maar, zal men wellicht zeggen, in tijden van gevaar hebben wij de werving slechts te openen en de Inlanders zullen van alle zijden toestroomen. Mogelijk, maar niet zeker. In ieder geval zullen de recruten, die men dan krijgt, volkomen ongeoefend en dus onbruikbaar zijn. Of wil men ze organiseereu en exerceeren tijdens den oorlog? Ondoenlijk. Wat viel Jan sens, na het verlies van Meester- Cornelis ten deel, toen hij op den weg naar Oeuarang den Engelschen weer stand wilde bieden? Wat werd er van de mobielen in denFransch- Duitschen Oorlog, die dikwijls slechts ééne maand na hunne op roeping tegenover den vijand stonden? Militaire opleiding, al is het dan ook slechts eene opleiding van een half jaar, met verblijf bij een geregeld korps en kazerneering of kampeering, is noodig, zullen de opgeroepenen niet dadelijk ontaarden in ordelooze beuden. ISTatuuilijk zou het vormen van eene militie, (1) zooals ik bedoel, moeten gepaaid gaan met uitbreiding van het officierskorps en hot kader; ten minste wat betreft het Inlandsche kader van het Leger. Het laatste met betere opleiding, om daaruit een groot deel der militie-officieren te kunnen trekken. Bataljonscommandanten en adjudanten zouden moeten zijn Europeesche officieren, actief dienenden of nogkiachtige gepensionneerden Zouden voor eene Inlandsche militie, zooals ik bedoel, ook vrij willigers kunnen gevonden worden? Misschien wel, bij het vei leen en van eenige persoonlijke voorrechten, b. v. b. vrijstelling vanheerendienst, (1) Dat geen burgerlijke stand voor Inlanders bestaat, is mijns inziens het grootste bezwaar. Daarin kan echter worden voorzien, door de dessa-lioofden te doen aan leggen registers van de bevolking op het tijdstip der invoering, waarin de leeftijden, naar gissing, worden ingeschreven; en tevens door hen geboorte- en sterfte-registers te doen aanhouden. Duplicaten te deponeeren bij de districtshoofden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 350