374
door patrouilles tusschen Kajoe-Lë en Pagar-Ajer Mesigit nog een
vijftal lijken benevens dertien pakjes patronen gevonden zijn.
De Luitenant-Kolonel Yisser deelt mij nu in zijn brief mede, dat
er na den 20sten Juni 1876 (het rapport, waarop in de noot onder
aan bladz. 118 van mijn werk gedoeld wordt) nog nadere rapporten
omtrent het voorgevallene met de colonne-Van S wie ten bij de
VIIe Afdeeling van het Departement van Oorlog in Indië zijn inge
komen, waaronder één met tal van bijlagen van de Commissie, die
in September 1876 te Atjeh is benoemd geworden, en dat gedagtee-
kend is begin October d. a. v.
Hoewel het den Luitenant-Kolonel Visser niet vergund is geworden,
van dit rapport gebruik te makenom dit gedeelte van mijn werk te
weerleggenmeldt hij toch door zijne eigene vrij volledige en vertrouw
bare aanteekeningen in staat te zijnden hoofdinhoud van dat rapport
weer te geven; terwijl hij verder verklaart dat, bij raadpleging van
dit stuk, ten duidelijkste het navolgende zoude blijken
„le. Dat van een zorgeloos marcheeren der colonne-Van S wie ten
geenerlei sprake meer is geweest, nadat zij Pagar-Ajer Mesigit heeft
verlatenalwaar men op een aanval gedurende den verderen tocht
was voorbereid en het meerendeel der nog tot daar medegevoerde
goederen had achtergelaten.
„2e. Dat de colonne, niet lang na het verlaten van dien post, door
den vijand is aangevallen bij welke gelegenheid de Luitenant B a u d o i n
doodelijk werd getroffen, maar door de, door hem gecommandeerde
achterwacht is medegevoerd tot aan het puntwaarop het restant der co
lonne is vernietigd wat zeker niet bewijst voor een ordeloozen marsch.
3e. Dat de colonne, in gesloten orde doormarcheerende
enkele weinige salvo's heeft afgegeven die in een snelvuur ontaardden,
en het geringe aantal (te Kota Radja verstrekte?) patronen ten getale
van hoogstens gemiddeld 15 (vijftien) per man, daardoor spoedig
was verbruikt.
De tusschen haakjes gestelde woorden ad 3 en 5 zijn met een vraagteeken voor
zien, omdat ik mij niet met zekerheid herinner, of het rapport der Commissie ook
dienaangaande de vereischte verklaring behelst.
Zoo niet, dan kunnen zij wegvallen.
Deze aanteekening is insgelijks door den Lt. Kol. Yisser gesteld.
M.