27 verschijnselen zich meer landwaarts in vertonnen, naarmate de vijand doordringt. In deze wordt wijders gespoken van „geregelde macht". Dit doet den beoordeelaar de vraag stellen, wat toch de bedoeling van die woorden is. De zin, die voorafgaat en die daarop volgt, zegt hij verder, duiden blijkbaar aan, dat men te denken heeft aan de oorlogvoerende partij van een buitenlandschen staat. Die zienswijze is juist. En daar deze blijkt uit hetgeen het Voor schrift te lezen geeft, zoo komt ons eene wijziging niet noodzakelijk voor 249. In de 5e alinea van deze is gezegd, dat de gidsen wel willend en overeenkomstig hunnen stancl met onderscheiding behan deld moeten worden. Het woord „stand," waarmede niets anders kan bedoeld worden dan „maatschappelijke stand,'' dus ook die afhankelijk van geboorte of afkomst, wenscht de beoordeelaar nader te hebben omschreven door „maatschappelijken stand, geboorte of afkomst." Noodzakelijk achten wij die nadere omschrijving niet. 269. Voor de uitlegging, aan de 3e alinea gegeven, bestaat wel grond, hoewel geen patrouillecommandant een man zal zenden om den weg naar den nieuwen overgang aan de volgende afdeelingen te wijzen, wanneer die overgang nog niet gevonden is. Die alinea zou dus kunnen gesteld worden als volgt: „Stuit de middelste patrouille op eene belangrijke hindernis, dan zoekt zij eenen overgang verder zijwaarts en zendt, zoodra deze gevonden is, één man het gros van het detachement te gemoet, om dit den kortsten weg naar het over gangspunt te wijzen." 272. Een grief tegen deze is, dat daarin niet vermeld is „wat „daarvan (van de openlijke verkenning) in de meeste tactische leer boeken gezegd wordt, nl., dat het doen van eene openlijke verkenning „meestal alleen dan nut sticht, wanneer het verkenningsdetachement „op den voet gevolgd wordt door andere troepen, die de verkenning, „bij kans van succes, in een formeelen aanval doen overgaan." De inleiding van het Voorschrift op den velddienst geeft aan: „Het zal derhalveen eindelijk de middelen aan geven, waardoor inlichtingen zijn te verkrijgen omtrent 's vijands toe stand en voornemens."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 38