398 Het feit, dat zoo uiterst zeldzaam, geheel uit vrije beweging, offi cieren den militairen dienst met pensioen verlaten, is dan ook zeer verklaarbaar, omdat zij nu eenmaal liever als passagier willen blijven varen, zij het ook niet altijd in de eerste klasse van een comfortable stoomschip, dan uit „stranden" te gaan, zich behelpende met een laatst overgebleven rondhout. Uit den loop van ons opstel zal intusschen blijken, hoe ongelijk en daardoor onbillijk de Hederlandsche schipper met zijn strandende passagiers omspringt, door nu eens, aan den een, een Hinken life- preserver mee te gevendan wederaan den anderonder overigens gelijke omstandighedenslechts een stuk wrakhout toe te werpen waarmede de drenkeling fluks te gronde gaat. Alvorens deze ongelijkheid aan te toonen, waartoe raadple ging behoort vooraf te gaan van de „zaakbetrekkelijke" voorschrif ten, eischt de billijkheid, gereedelijk te erkennen, dat de officieren van het Indische Leger, in algemeenen zinwel tevreden zijn met de wegens volbrachten diensttijd hun toegelegde volle pensioensbe dragen. Minder vrede echter kunnen zij hebben met de wijze van bereke ning der gedeeltelijke pensioenenwaarbij dan ook, zonder billijken grond, enkele milde bepalingen buiten toepassing blijvendie vreemd genoeg! alleen voor de officieren van het Nederlandsche Leger en de Koninklijke Nederlandsche Marine gelden; terwijl, mede ten na- deele van de Indische officieren, voor hen buiten beschouwing wordt gelaten het in den laatsten rang doorgebrachte aantal dienstjaren, 5fzooals bij de Marine met de luitenants ter zee plaats vindt de hoogere of lagere standdien de te pensionneeren officier in de Kaam- en ranglijst inneemt. Op deze stelselloosheid van reglementeeriDg komen wij nader terug. Gelijk bekend is, eischt de Wetgever van den Kederlandschen officier der Zee- en der Landmacht een veertigjarigenen. van den Indischen officier [ook die in West-Indië] slechts een twintigjarigen diensttijd, om recht op pensioen te kunnen doen gelden. Terwijl de officier van het Nederlandsche Leger en de Zeeofficier

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 409