399
tevens een leeftijd behooren te hebben, respectievelijk van minstens
55 en 50 jaren, is voor den Indischen officier geen minimum-leeftijd
voorgeschreven, om, op grond van volbrachten diensttijd, de pen-
sioensaanvrage te kunnen indienen.
Een Indisch officier, die op zijn achttiende jaar in Indischen mili
tairen dienst is getreden, en, zonder interruptie, twintig jaren lang
dient, kan alzoo op 3Sjarigen leeftijd het Leger met vol pensioen
verlaten.
Sommigen, neen velen, beschouwen dien matigen eisch van twintig
jarigen dienst als een groot voordeel aan onze zijde.
Wij echter zijn van meening, dat dit voordeel voor menig Indisch
officier geheel negatief is, en wel omdat juist die bepaling dikwijls
oorzaak is, dat hij op middelbaren leeftijd, nolens volens, het Leger
moet verlaten.
Gaan wij nu tevens van de o. i. alleszins juiste onderstelling uit,
dat verreweg de meeste officieren van het Indische Leger tegen hun
zin gepensionneerd worden, dan ligt de gevolgtrekking voor de hand,
dat het stellen van den zooveel korteren diensttijd, n. 1. dien van
twintig jaren, voor meer officieren een nacleeldan voor anderen een
voordeel kan worden genoemd.
Tegenover zeer weinige officieren immers, die van den twintigjari
gen diensttijd gebruik maken, om het Leger eigener beweging te
verlaten, ziju meerdere officieren aan te wijzen, die tegen hun zin
juist op grond van den volbrachten diensttijd, zijn gepensionneerd.
Het spreekt, dat wij bij dit ons betoog het oog gevestigd hebben
eenig en alleen op het belang van het individu en niet op dat van
het Leger, hetwelk bij het in dienst blijven van sommigen der hier
bedoelde officieren voorzeker niet altijd zoude winnen.
Evenals er nu in het Indische Leger vele officieren worden aange
troffen, die, met het oog op hunne bevorderingskans en de daarmede
verband houdende, toekomstige gedwongen pensionneering, wat gaarne
den twintigjarigen- in een vijf en twintig- of dertigjarigen diensttijd
zouden veranderd willen zien, zijn er bij het Nederlandsche Leger en
de Zeemacht tal van officieren, die „om dezelfde redenen" heel wat in
hun nopjes zijn, dat bij hen niet de twintig- of dertig-, maar
de veertigjarige diensttijd geëischt wordt.