404
De minima-luitenantspensioenen zijn dus in waarheid aanzienlijk
verbeterd.
Niettemin blijft eene groote achterstelling te constateeren ten
opzichte der pensioensbedragen, in dezelfde gevallen verleend aan
officieren van het Nederlandsche Leger en van de Koninklijke
Nederlandsche Marine.
Beschouwen wij, om zulks nader aan te toonen, allereerst de normale
pensioenscijfers van de verschillende rangen bij de Land- en de Zeemacht
in Nederland.
Staat A.
RANGEN.
Bij
Luitenant-Generaal of Vice-Admiraal
Generaal-Majoor of Schout-bij-Nacht
Kolonel of Kapitein ter zee
Luitenant-Kolonel of Kapitein-Luitenant.
Majoor
tt f( Luitenant ter zee^ t
Kapitemof der le kIasse K» 2e 40tal
f de overigen
1(,T j, Luitenant ter zee i het le I00tal
le Luitenant of
der 2° klasse j e ovengen
2° Luitenant of Adelborst der le klasse.
Gulden.
9000
6000
4500
3500
2800
2000
1500
1200
Gulden.
3000
2700
2100
1800
1600
1300
900
800
Bij de beoordeeling dezer normaalgetallen moet niet uit het oog
worden verloren, dat in artikel 19 der pensioenswet van de of
ficieren van het Nederlandsche Leger is bepaald, dat de officier be
neden den rang van hoofdofficierdie gedurende zes jaren den rang
bekleed heeftwaarnaar het hem aankomend pensioen moet worden
berekend boven het pensioenwaarop hij volgens dien rang recht
heeft, eene verhooging van 1/10 deel erlangt en dat voor ieder jaar
daarboven zijn pensioen alsnog met 1/60 deel verhoogd wordt; met
dien verstandedat de geheele verhooging over niet meer dan 12 jaren