406 Uit eene vergelijking nu van de in de Staten A en B vermelde cijfers met de hiervoren genoemde minima-pensioensbedragen van de in en door den dienstwegens ziels- of lichaamsgebreken, ongeschikt geworden Indische kapiteins en luitenants blijkt dus, dat aan pen sioenen in zoodanig geval worden uitgekeerd aan den RANGEN. Gulden. Gulden. Gulden. Kapitein of Luitenant ter zee der 1® klasse 1000 1300—1560 1650—1850 len Luitenant of Luite nant ter zee 2® klasse. 750 900—1080 1125—1225 2en Luitenant of Adelborst der le klasse 600 800—960 800—950 Het geval blijft dus nog altijd zeer mogelijk, dat een voor den actieven dienst afgekeurd Indisch officier belangrijk mi n der pensioen bekomt dan de Nederlandsche officier der Land- en der Zeemachtdie hetzelfde aantal dienstjaren heeft. Zulk een achterstelling van den Indischen officier kan niet in de bedoeling van de Regeering liggen, of ishoogst onbil lijk "VVij moeten thans een terrein gaan betreden van zeer delicaten aard en vestigen daartoe de aandacht op de niet-weinig uiteenloopende manier van handelen der geneeskundige commissiën en autoriteiten in Indië en in Nederland, tegenover de „ter fine van afkeuring" voorgebrachte officieren. Nomina sunt odiosa. Wij zullen dus hier geen namen noemen en ons, voor zooveel doenlijk, slechts tot algemeenheden bepalen hierbij echter de verzekering voegende, dat wij eenige personen zouden kun- Bij Het Indische Leger. Het Nederlandsche Leger. De K. N. Marine.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 417