411 -
die voor dien rang gepasseerd zijn, niet kunnen blijven doordienen,
derhalve behooien gepensionneerd te kunnen worden.
Gepasseerde officieren toch schaden, zijns inziens, het prestige van
den militairen stand, zoomede aan de leiding en vorming van de
onder hun bevelen gestelde troepenzij moeten dus zegt hij
zoodra mogelijk het Leger verlaten, ook omdat in het Leger geene
voor hen passende betrekkingen zijn aan te wijzen en, uit den aard
der zaak, de ambitie van deze officieren geknakt is.
Wij erkennen aldadelijk volmondig, dat voor dusdanige redeneering
heel veel te zeggen valt, maar toch hebben wij een paar opmerkingen
deswege te maken.
Om de quaestie, of gepasseerde officieren al dan niet in het Leger
kunnen blijven, goed onder de oogen te zien, moet men rekening
houden met tal van omstandigheden.
Zoo b. v. ook met het karakter van het volk.
In het Duitsche Leger, onder anderen, zoude het niet doenlijk zijn,
als gepasseerd officier in de gelederen te blijven, dewijl de kamera
den van het korps, bij wijze van spreken, het hem zouden beletten.
In Nederland en België en, laat ons het in éénen adem er bijvoe
gen, ook in Xederlandsch-Indië, neemt men eene passeering niet zoo
hoog op. In het Belgische Leger b. v. wordt wellicht de kapitein X,
die vrijmetselaar is, onder een clericaal ministerie, voor hoofdofficier
gepasseerd en somwijlen eerst twee, drie en meer jaren later, onder
een liberaal ministerie, tot dien rang toch nog bevorderd (1).'s Lands
wijs, 's lands eer, zullen de Belgen zeggen. Bij het Nederlandsche
Leger wederom heeft men voor den gepasseerden kapitein een prik
kel, om niet in dienstijver te verflauwen, 1°. door het stellen van
een hooger pensioen, na 12 jaren dienst als kapitein, en 2°. door het
vergeven van betrekkingen van militie-commissaris, provincialen adju
dant en plaatselijken commandant.
(1) Dat zulke passeeringen in het Belgische Leger, alleen om de politieke kleur van
den kapitein, plaats -vinden, is ons -verzekerd door een officier -van het Nederlandsclie
Leger, wiens eigen verwanten daarvan in het Belgische Leger de treurige ondervin
ding hadden opgedaan.