31 „Detachementen, tot geleide strekkende van een konvooi, worden, „wanneer het terrein overvallingen mogelijk maakt of wanneer door „bijzondere omstandigheden de algemeene veiligheidsmaatregelen „niet kunnen worden genomen, steeds in twee zooveel mogelijk gelijke „deelen gesplitst, die op zoodanigen afstand van elkander marcheeren, „dat, zoo het eene aangevallen wordt, het andere tijdig hulp kan „verleenen." „Kleine detachementen zullen, wanneer de bevolking fanatiek of „niet te vertrouwen is, alle inlanders, welke zij ontmoeten, zoover „bezijden den weg doen gaan, dat die troep voor verraderlijke aan- „vallen gevrijwaard is. Inlanders, welke een troep volgen, worden „insgelijks op een behoorlijken afstand gehouden." Nog wordt het door den beoordeelaar noodzakelijk geacht, eene bepaling op te nemen, waarbij wordt voorgeschreven, bij overvoer van troepen met vaartuigen 92), de wapens en het ledergoed zoo danig afdeelingsgewijze te doen opbergen, dat iedere afdeeling ten spoedigste een en ander zal kunnen hernemen. Eene zoodanige bepaling is niet noodig voor het geval dat behan deld wordt in 92. Uit de 2e en 3e alinea van die toch blijkt, dat men daarbij het oog heeft gehad op inlandsche prauwen, die geen ruimte hebben om de wapens en het ledergoed in een afgezonderde ruimte op te bergen. Bovendien blijkt uit de 6e alinea, dat gerekend is om op elke prauw hoogstens een halve sectie in te schepen en voor zulke troepengedeelten is het niet noodig eene bepaling te maken, dat de wapening afdeelingsgewijze moet worden opgeborgen. Zulk eene bepaling is echter wel noodig voor 't geval grootere troepenafdeelingen op een schip worden overgevoerd en de over tocht eenige dagen duurt 94). Voor dat geval waren de volgende bepalingen ontworpen: „Voor een langdurige vaart met zeil- of stoomschepen.wor- „den de noodige voorzorgsmaatregelen genomen voor de verpleging „der troepen aan boord en de inrichting van de schepen." „Aan de hoofdofficieren wordt een afzonderlijke hut met slaap plaats aangewezen." „Aan ieder der subalterne officieren wordt zooveel mogelijk een „afzonderlijke hut in gebruik gegeven, overigens worden zij overeen-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 42