420 militaire pensioenswetten in Indië en in Nederland zijn tot stand gebrachtzelfs in die matedat de pensioenen der Indische kapiteins en luitenants belangrijk lager zijn dan die hunner Nederlandsche ranggenooten bij Leger en Yloot, zoodra slechts deze laatsten eenige jaren in Indischen dienst hebben doorgebracht. Beschouweu wij thans een wetsartikeldat in geen der beide Ne derlandsche pensioenscodes wordt aangetroffen, doch alleen met zijne milde strekking den Indischen officieren is toegedacht. Wij bedoelen artikel 13, dat aldus luidt: „Het bedrag van het pensioen berekend volgens de artikelen 10, 11 „of 12, wordt verhoogd, indien verwonding of lichaamsgebreken „gepaard gaan: „a. met het verlies of het gemis van het noodzakelijk gebruik „van een der ledematen of met het volkomen onherstelbaar verlies „van het gezichtsvermogen in één der oogenmet een vierde ge- deelteen „6. met het verlies of het gemis van het noodzakelijk gebruik van „twee of meer ledematen, of met het volkomen onherstelbaar verlies „van het gezichtsvermogen in de beide oogcnmet de helft. „Indien het volkomen onherstelbaar verlies van het gezichtsvermogen „in de beide oogen gepaard gaat met het verlies of het gemis van „het noodzakelijk gebruik van een of meer ledematen, dan komen, „voor de berekening dezer verhooging, wij cursiveeren) ieder der oor zaken van toekenning afzonderlijk in aanmerking Het komt er dus voor den Indischen officier niet op aanof het verlies van het gezichtsvermogen op één of beide oogen, dan wel het gemis van het noodzakelijk gebruik van een of meer ledematen al dan niet in en door den dienst verkregen is, mits slechtszooals het slot van artikel 13 zegt, de oorzaken der verminking niet in eigen moedwillige handelingen of in ongeregeld gedrag gelegen zijn terwijl voorts datzelfde artikel 13 de kans geeft van 3/4 verhooging, wanneer b. v. een blind geschoten officier bovendien een gebrekkige hand of voet heeft behouden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 431