CONSTANTINE.
I.
Een der merkwaardigste épisodes uit den veroveringsoorlog der
Franschen tegen Algerië is de inname van Constantine, de sterke
vesting van liet Beyliek van dien naam, gelegen in liet westelijk
deel van Algerië. Yan die stad wordt door den Hertog van Orleans
liet volgende gezegd: „C'est un de ces lieux privilégiés de la nature,
voués comme certains hommes ou certaines nations a une destinée
qui s'accomplit d'une manière constante et immuable a travers les
siècles, malgré les transformations du sol et les révolutions des peu-
ples." (Campagne du Due d'Orleans en Afrique).
Die ontoegankelijke rots was steeds de schuilplaats van dwinge
landij en ook van de verdedigers van Afrika. Het Cirta van de
Humidiërs en de Romeinen, het Constantine der Grieken, Vandalen
en Arabieren weerstond geheele legers, welke bovendien, door gebrek
aan brandstoffen en andere dagelijksche benoodigdheden, genoodzaakt
werden, om terug te trekken. De stad was gebouwd op een recht
hoekig plateau, 640 M. lang en 530 M. breed. Drie zijden van dit
plateau werden gevormd door een diep en a pic ingesneden ravijn,
waardoor de rivier de Rummel stroomt. Alleen aan de westzijde kon
de stad genaderd worden. Constantine was, behalve een sterke ves
ting, een wetenschappelijk en godsdienstig centrum. Yan af de komst
der Franschen had zij eene vijandelijke houding aangenomen en kon
zij deze door bijzondere omstandigheden volhouden van het jaar 1830
tot 1836, toen besloten werd haar te doen vallen.
De Bey van Constantine toch, Ahmed genaamd, was voor Frank
rijk een geducht tegenstander; en zoolang diens kracht niet gebro
ken was, kon ook niet gezegd worden, dat de Turksche heerschappij
in Algerië een einde had genomen.
Ahmed was de zoon van een Turksch janitsaar, Mohammed