429
rah bereikte, werd een kanonschot op hem gelost, de roode vlag
geheschen en de wallen bezet. Tegelijkertijd verschenen op de nabij
gelegen hoogten duizenden Arabieren, onder aanvoering van Ah
med Bey. Clauzel liet zich evenwel niet van zijn stuk brengen
en gaf dadelijk de noodige bevelen, om de stad aan te vallen.
Zooals reeds gezegd is, was de stad ten zuiden, ten noorden en
ten oosten door een diep ravijn omgeven, waarvan de wanden niet
beklimbaar waren.
Over dat ravijn nu was een steenen brug van Bomeinsche con
structie, welke gemeenschap gaf met het plateau van Mansoerak. Aan
de westzijde was het schiereiland, waarop Constantine gebouwd is,
met het vaste land verbonden door een landtong, ter breedte van
600 M. Deze landtong was het natuurlijk acces tot de stad, doch zij
was kunstmatig zeer versterkt en van vele batterijen voorzien. Het
terrein ten westen van Constantine, Coudiat-Atij genaamd, was de
plaats, van waaruit de Eransche legermacht dus voornamelijk moest
ageeren.
De Maarschalk droeg daarom den generaal De Rigny op, om
zich van Coudiat-Aty meester te maken, terwijl de andere troepen
op het plateau van Mansoerah samentrokken. Het gelukte aan D e
Rigny eenige werken van Condiat-Aty te vermeesteren, doch door
gebrek aan voldoende Artillerie kon hij tegen de meer sterke forten
niet veel vorderen. Den 22sten liet de Maarschalk de poort
El-Kantara, dat is die bij de Romeinsche brug, onder geschutvuur
nemen. In den avond gelukte het aan eenige genie-soldaten om de
poort te doen springen, doch iets meer achterwaarts was nog een
tweede poort. Intusscken begon de troep gedemoraliseerd te worden.
Des morgens vroeg van den 23sten werd het geschutvuur weder
tegen de poort El-Kantara geopend, doch tegen den middag was
men genoodzaakt er mede te eindigenomdat een dubbele aanval
der buiten de stad gekampeerde Arabieren op Coudiat-Aty en Mansoe
rah moest worden afgeslagen.
Intusschen geraakten de munitie en de vivres uitgeput. De colonne
moest dus of tot den storm overgaan, óf terugtrekken. De Maarschalk
besloot een laatste poging te doenom de stad te bemachtigen.
Te middernacht zouden twee colonnes respectievelijk de poort
28