432 van: Explications du marêchr.l Clauzel". Uit dit werk blijkt vol doende de bemoeialligheid van de Fransche Regeering in de Alge- reinsche zaken, wat détail-quaesties aanging, en hare besluiteloosheid en onvoldoende belangstelling, wat de groote vraagstukken betrof. Wij kunnen ons den neteligen toestand zoo goed voorstellen, waarin de Fransche bevelhebbers zich bevonden gedurende het tijdvak 1830 36, toen men bij de Fransche Regeering niet goed wist, wat met Algerië te doen. De verovering van Algerië viel niet in den smaak. Men klaagde over de groote onkosten. Sommige invloedrijke mannen verlangden algeheele ontruiming van de noordkust van Afrika; anderen vonden dit in strijd met Frankrijks eer. Zoodoende bleef Algerië bezet, doch met onvoldoende macht, om iets belangrijks te ondernemen. Die besluiteloosheid bleef bij de inboorlingen niet onbekend. Zij werden hoe langer hoe meer vermetel en de Be velhebber in Algerië stond zonder steun tegenover een vraag stuk, dat van dag tot dag moeilijker werd om op te lossen. Onder die omstandigheden wilde Clauzel door een stouten slag Constantine doen vallen. Doch bij het nemen van dit besluit speelde het optimisme een groote rol. Dit optimisme was weder een gevolg van te groote onbekendheid met de bestaande toestanden. De Fransche officieren waren toenmaals nog niet voldoende met de Arabische taal vertrouwd en moesten daarom steeds gebruik maken van tolken, die gekozen werden uit de Mooren. En nu is later voldoende ge bleken, dat de Mooren, over het algemeen, als zoodanig een valsche rol hebben gespeeld, waardoor de Franschen meestal geheel verkeerd waren ingelicht en dientengevolge dispositiën namen, welke op een verkeerden grondslag rustten. Op deze wijze laat het zich verklaren, dat de Maarschalk Clauzel optimistische denkbeelden had ingezogen omtrent de stemmiug der inwoners van Constantine. Hij was even wel een te ervaren krijgsman, om niet te weten, dat eene onderne ming, als waarvan hier de rede, meer voorzorgen vereischte, dan nu waren genomen. Wanneer dan ook door het Ministerie van Oorlog te Parijs ware gevolg gegeven aan al de voorstellen, door den Maar schalk gedaanwanneer hij niet voortdurend met tegenwerking en met dubbelzinnigheid te kampen had gehad, zou zeer zeker de expeditionnaire colonne, naar eisch uitgerust, te velde getrokken

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 443