EEN OORDEEL OYER ONZE MOBIELE ARTILLERIE. Ongetwijfeld heeft de Oud-Hoofdofficier Brutus een goed werk gedaan, door zijne wenken op Indisch-militair gebied door den druk te verspreiden, terwijl de bedoelingen, waarmede dat geschiedde, boven onzen lof verbeven zijn. "W anneer wij dan ook eenige regelen uit die wenken hier breeder ter sprake willen brengen, omdat wij onze instemming daarmede niet kunnen betuigendan stellen wij daarbij op den voorgronddat het geen vitzucht isdie onze pen bestuurtmaar dat alleen warme liefde voor ons vak ons aanspoort, geen gelegenheid onbenut te laten voorbijgaandie ons in staat stelteen woord ten beste der Indische mobiele Artillerie in het midden te brengen. Slaat men de brochure van Brutus opdan leest men op bladz. 11 in een tiental regels een macht van denkbeelden en oordeelen over onze mobiele Artillerie. Deze regels luiden: „Eene sterkte van 24 veld- en 24 bergkanonnen is niet voldoende. „De indeeling der batterijen van 6 stukken verdient voor Indië „geene aanbeveling. De Berg-Artillerie moet plaats maken voor eene „lichte Yeld-Artillerieomdat aan de eischen van een draagbaren „vuurmond met affuit om technische redenen niet kan worden vol- „daan. Een paar batterijen van getrokken mortierendie een grootte „uitwerking bezitten, niet in kaliber met de overige vuurmonden „verschillen, draagbaar en dus overal te brengen, zullen dan de „plaats der tegenwoordige Berg-Artillerie moeten innemenwaar geen „ander geschut te brengen is." -=»=sSS32£=*=- (1) Eenige wenken op Indisch-militair gebieddoor den Oud-Hoofdofficier Brutus. Broese Comp. te Breda,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 445