NAAR AANLEIDING YAN METIS' „DA CAPO
Een overdruk van Metis' opstel, getiteld: Da Capo (zie I. M. T.
N° 2 van 1884), werd ons door de Redactie toegezonden.
"Wij zeggen der Redactie dank voor die oplettendheid.
Metis, die gevolg heeft gegeven aan onze roepstem, en die zoo
veel kostbaren tijd heeft besteed, om in het Indisch Militair Tijd
schrift het Militair Recht te behandelenhad wellicht verwachtreeds
eerder uit onzen mond de waardeering van zijn loffelijk streven te
vernemen.
Maar wij zwegen.
Waren wij daarom overtuigd, dat al, wat wij aanvoerden over de
voorloopige of korps-onderzoeken, door Metis wederlegd is, op zoo
danige wijze, dat wij openlijk onze beschouwing zouden behooren in
te trekken?
De beschouwingen van den geachten Schrijver in N°. 7 van den
jaargang 1882 van het I. M. T. en nu weder in het tweede nommer
van dit jaar zijn warme pleidooien voor het behoud van uitgebreide
voorloopige of korps-onderzoeken.
Schrijvers wensch, dat de militaire wetten herzien betere begin
selen daarin mogen worden neergelegd een andere geest die wetten
beziele; wij sluiten ons daarin bij hem aan en hopen dat die
wensch vervuld moge worden.
Maar te vergeefs zochten wij naar wettelijke bewijsgronden, dat
de argumenten, die wij aanvoerden tegen de wijze, waarop thans de
korps-onderzoeken gehouden worden, niet steekhoudend zijn.
De Schrijver duide het ons niet ten kwade, dat wij zijn beroep
op art. 210 van het Crimineel AYetboek niet voetstoots durven
aannemen, om bij de militaire proces-voering het Burgerlijk Wetboek
van Strafvordering te volgen, wanneer de Rechtspleging bij de Land
macht op sommige punten zich niet duidelijk genoeg uit. De stellige